Dankdienst voor gewas en arbeid in de Regenboog

Ter Apel

Woensdag 6 november 2024

DIENST VAN DE VOORBEREIDING

Welkom en mededelingen

Aanvangslied: Psalm 65: 1, 2, 3  (De Nieuwe Psalmberijming)

1.

Vanuit de stilte klinkt ons zingen,
God, die in Sion woont.
De dank voor al uw zegeningen
ontvangt U waar U troont.
U luistert als we tot U spreken.
Tot U komt al wat leeft.
De zonden konden mij niet breken,
omdat U ons vergeeft.

2.

Gelukkig wie bij U vertoeven;
uw woning is ons thuis.
Daar mogen wij uw zegen proeven,
het goede van uw huis.
U antwoordt ons op grootse wijze.
U redt ons door uw hand.
De hele wereld zal U prijzen,
de zee, de lucht, het land.

3.

De bergen plant U in de aarde;

U bent bekleed met macht.
De bulderende zee bedaarde,
bedwongen door uw kracht.
Uw wonderen doen volken buigen,
U tempert hun tumult.
Elk mens begint voor U te juichen,
met diep ontzag vervuld.

Stil gebed

Bemoediging en groet

Zingen: NLB 885: 1 en 2              Groot is uw trouw o Heer

1

Groot is uw trouw, o Heer, mijn God en Vader.

Er is geen schaduw van omkeer bij U.

Ben ik ontrouw, Gij blijft immer dezelfde,

die Gij steeds waart; dat bewijst Gij ook nu.

Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

2

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,

en uw nabijheid, die sterkt en die leidt;

kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.

Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Groot is uw trouw o Heer, groot is uw trouw o Heer,

iedere morgen aan mij weer betoond.

Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.

Groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.

DIENST VAN DE SCHRIFTEN

Gebed bij het openen van de Schriften

Schriftlezing uit het OT: Psalmen 65:10-14

[10] U zorgt voor het land en bevloeit het, U maakt het vruchtbaar, vol water staat de rivier van God. U bewerkt het land voor het koren, zo bewerkt U het:

[11] U doordrenkt de voren en effent de kluiten, doorweekt ze met regen en zegent het jonge groen.

[12] U kroont het jaar met uw goede gaven, waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed,

[13] de velden in de steppe druipen, de heuvels omgorden zich met gejubel,

[14] de weiden kleden zich met kudden, de dalen tooien zich met graan. Zij zingen en juichen elkaar toe.

Schriftlezing uit het NT: Lucas 17:11-19

In het grensgebied van Samaria

[11] Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea.

[12] Toen Hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen Hem tien mensen tegemoet die door een huidziekte onrein waren; ze bleven op een afstand staan. [13] Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’

[14] Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd. [15] Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God met luide stem.

[16] Hij viel neer aan Jezus’ voeten om Hem te danken. Het was een Samaritaan. [17] Toen zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? [18] Wilde niemand anders terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling?’ [19] Hij zei tegen de Samaritaan: ‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’

Zingen:  NLB 225: 1 en 2              Zingen wij van harte zeer

1

Zingen wij van harte zeer,

loven, danken wij de Heer,

die zijn goedheid ons bewijst,

die ons alle dagen spijst.

God die ook de vogels voedt,

die het leven leven doet,

God is voor de mensen goed.

2

Bidden wij de Geest om licht,

om het innerlijk gezicht,

dat wij het toch recht verstaan

en Gods woorden nemen aan,

dat wij nu en immermeer

Christus prijzen, onze Heer.

Amen. Hem zij dank en eer.

Verkondiging

Orgelspel

Zingen: Psalm 65:4,5        (De Nieuwe Psalmberijming)

4

Met liefde zorgt U voor de akker.

Uw beek bevloeit het land.

U maakt de dorre aarde wakker,

besproeit U met uw hand.

U drenkt de voren, plet de kluiten;

rijk zegent U het graan.

Het jonge groen zal, niet te stuiten,

fris op de velden staan.

5

Dit wordt het kroonjaar van uw zegen,

van rijkdom die U schenkt.

Waar U verschijnt, drupt milde regen

die de woestijn doordrenkt.

De heuvels laten van zich horen.

De weiden zijn vol vee.

De dalen zijn bedekt met koren;

zij zingen vrolijk mee.

DIENST VAN ANTWOORD

Dankgebed – stil gebed – Onze Vader

Inzameling van de gaven – straks bij de uitgang

Collectezak 1): Diaconie: bestemd voor eigen of algemeen diaconaal werk.

Collectezak 2): Kerk: bestemd voor de Dankdienst voor gewas en arbeid.

Collectezak 3): Kerk: bestemd voor instandhouding van de eredienst.

Slotlied: NLB 245: 1-3             ‘k Wil U, o God, mijn dank betalen

1

’k Wil U, o God, mijn dank betalen,

U prijzen in mijn avondlied.

Het zonlicht moge nederdalen,

maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.

Gij woud mij met uw gunst omringen,

meer dan een vader zorgde Gij,

Gij, milde bron van zegeningen:

zulk een ontfermer waart Gij mij.

2

Uw trouwe zorg wou mij bewaren,

uw hand heeft mij gevoed, geleid;

Gij waart nabij in mijn bezwaren,

nabij in elke moeilijkheid.

Dez’ avond roept mij na mijn zorgen

tot rust voor lichaam en voor geest.

Heb dank, reeds van de vroege morgen

zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

3

Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe,

al wisselen ook dag en nacht.

Ik ken de rots waarop ik bouwe:

hij feilt niet, die uw heil verwacht.

Eens aan de avond van mijn leven

breng ik, van zorg en strijden moe,

voor elke dag, mij hier gegeven,

U hoger, reiner loflied toe.

Heenzending en zegen