12-03-2025

                                  Protestantse Gemeente Ter Apel                    

                                   Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

Voorganger: ds. E. v./d. Meulen

Ouderling:     dhr. A. Olthof

Organist:        dhr. G. Kloeze, Stadskanaal

Lied: ‘k Wil U, o God, mijn dank betalen (Lied 245:1,2)

1

’k Wil U, o God, mijn dank betalen,

U prijzen in mijn avondlied.

Het zonlicht moge nederdalen,

maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.

Gij woud mij met uw gunst omringen,

meer dan een vader zorgde Gij,

Gij, milde bron van zegeningen:

zulk een ontfermer waart Gij mij.

2

Uw trouwe zorg wou mij bewaren,

uw hand heeft mij gevoed, geleid;

Gij waart nabij in mijn bezwaren,

nabij in elke moeilijkheid.

Dez’ avond roept mij na mijn zorgen

tot rust voor lichaam en voor geest.

Heb dank, reeds van de vroege morgen

zijt Gij mijn heil en hulp geweest.

Welkom

Uitleg schikking

Stilte

Openingsvers:

V:        Heer, open mijn lippen

G:        Mijn mond zal zingen van Uw eer

V:        God, kom mij te hulp

G:        Heer, haast u mij te helpen

Zingen van een psalm: psalm 121: 1,2,3,4

1

Ik sla mijn ogen op en zie

de hoge bergen aan,

waar komt mijn hulp vandaan?

Mijn hulp is van mijn Here, die

dit alles heeft geschapen.

Mijn herder zal niet slapen.

2                                                                                                                                                                      2

Uw wankele voeten zet Hij vast,

als gij geen uitkomst ziet:

uw wachter sluimert niet!

Zijn oog wordt door geen slaap verrast,

Hij wil, als steeds voor dezen,

Israëls wachter wezen.

3

De Heer brengt al uw heil tot stand,

des daags en in de nacht

houdt Hij voor u de wacht.

Uw schaduw aan uw rechterhand:

de zon zal u niet schaden,

de maan doet niets ten kwade.

4

De Heer zal u steeds gadeslaan,

Hij maakt het kwade goed,

Hij is het die u hoedt.

Hij zal uw komen en uw gaan,

wat u mag wedervaren,

in eeuwigheid bewaren.

Gebed

Lezing: Lucas 11:1-13

Het gebed

[1] Eens was Jezus aan het bidden, en toen Hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ [2] Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan:

“Vader, laat uw naam geheiligd worden

en laat uw koninkrijk komen.

[3] Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben.

[4] Vergeef ons onze zonden,

want ook wijzelf vergeven iedereen

die ons iets schuldig is.

En breng ons niet in beproeving.”’

[5] Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, [6] want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” [7] En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” [8] Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend onbeschaamd aandringt, en hem alles geven wat hij nodig heeft. [9] Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. [10] Want ieder die vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. [11] Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? [12] Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? [13] Als jullie dus, slecht als jullie zijn, je kinderen al goede gaven kunnen schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem daarom vragen!’

Moment van inkeer en verstilling                                                                                                       3

Korte meditatie

Zingen: psalm 65: 2,4,5 (Uit: De Nieuwe Psalmberijming)

2  Gelukkig wie bij U vertoeven;

uw woning is ons thuis.

Daar mogen wij uw zegen proeven,

het goede van uw huis.

U antwoordt ons op grootse wijze.

U redt ons door uw hand.

De hele wereld zal U prijzen,

de zee, de lucht, het land.

4  Met liefde zorgt U voor de akker.

Uw beek bevloeit het land.

U maakt de dorre aarde wakker,

besproeit die met uw hand.

U drenkt de voren, plet de kluiten;

rijk zegent U het graan.

Het jonge groen zal, niet te stuiten,

fris op de velden staan.

5  Dit wordt het kroonjaar van uw zegen,

Van rijkdom die U schenkt.

Waar U verschijnt, drupt milde regen

die de woestijn doordrenkt.

De heuvels laten van zich horen.

De weiden zijn vol vee.

De dalen zijn bedekt met koren;

zij zingen vrolijk mee.

Gebeden:

  • Stil gebed
  • Gezamenlijk Onze Vader

Onze Vader die in de hemelen zijt,

uw naam worde geheiligd;

uw Koninkrijk kome;

uw wil geschiede,

gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

Geef ons heden ons dagelijks brood;

en vergeef ons onze schulden,

gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;

en leid ons niet in verzoeking,

maar verlos ons van de boze.

Want van u is het Koninkrijk en de kracht

en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.

Zegenlied: Ik zal er zijn     Sela    CLIP via: YouTube

                                                                                                                                                                     4

Zegenbede

V:        De Heer schenke ons zijn zegen,

Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven.

G:        Amen.

Acclamatie:

G:        Wij danken God  

V:        Loven wij de Heer