09-03-2025

                                 Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

                                Protestantse Gemeente Ter Apel                    

Voorganger: dhr. H. Lowijs, Noordscheschut

Ouderling:     mw. W. Gerrits-Meijer

Organist:       dhr. M. Wubs, Stadskanaal

ORDE VAN DIENST

Zingen voor de dienst: ELB: 1, 2 en 4    Ik wil zingen van mijn Heiland

1

Ik wil zingen van mijn Heiland,

van Zijn liefde, wondergroot,

Die Zichzelve gaf aan ’t kruishout,

en mij redde van de dood.

Zing, o zing van mijn Verlosser,

met Zijn bloed kocht Hij ook mij;

aan het kruis schonk Hij genade,

droeg mijn schuld en ik was vrij.

2

’k Wil het wonder gaan verhalen,

hoe Hij op Zich nam mijn straf;

hoe in liefde en genade,

Hij ’t rantsoen gewillig gaf.

Zing, o zing van mijn Verlosser,

met Zijn bloed kocht Hij ook mij;

aan het kruis schonk Hij genade,

droeg mijn schuld en ik was vrij.

4

Ik wil zingen van mijn Heiland,

hoe Hij smarten leed en pijn,

om mij ’t leven weer te geven,

eeuwig eens bij Hem te zijn.

Zing, o zing van mijn Verlosser,

met Zijn bloed kocht Hij ook mij;

aan het kruis schonk Hij genade,

droeg mijn schuld en ik was vrij.

Welkom, mededelingen en kaarsen aansteken

Zingen: Psalm 33: 7 en 8

7

Heil hem, die hoopt in vrees en beven

op Gods genadig aangezicht.

Wie op zijn gunst vertrouwt zal leven,

God houdt het oog op hem gericht.

Ja, Hij kent de zijnen, / Hij laat niet verkwijnen

wie zijn hulp verbeidt.

Koninklijk van gaven / wil de Here laven

wie ontbering lijdt.

8

Wij wachten stil op Gods ontferming,

ons hart heeft zich in Hem verheugd.

Hij komt te hulp en geeft bescherming,

zijn heil’ge naam is onze vreugd.

Laat te allen tijde / uwe liefd’ons leiden,

uw barmhartigheid.

God, op wie wij wachten, / geef ons moed en krachten

nu en voor altijd.

Stil gebed

Votum en Groet

Aanvangstekst: Zefanja 3: 17   NBV   

“De HEER, je God, zal in je midden zijn, hij is de held die je bevrijdt. Hij zal vol blijdschap zijn, verheugd over jou, in zijn liefde zal hij zwijgen, in zijn vreugde zal hij over je jubelen”.

Zingen: NLB 911: 1, 4 en 5           Rots waaruit het leven welt

1

Rots waaruit het leven welt,

berg mij voor het wreed geweld;

laat het water met het bloed

dat Gij stort in overvloed

als een bron van Sion zijn,

die ontspringt in de woestijn.

4

Wat ik in mijn handen houd

is uw kruis tot mijn behoud.

Gij die naakten overkleedt,

die tot redding zijt gereed,

die melaatsen rein doet zijn,

kleed mij, red mij, maak mij rein.

5

Als ik eens het leven laat

en de adem mij ontgaat,

als mijn oog gebroken is,

als mijn ziel gedoken is

in de dorre doodsvallei,

o Gij rots, wees daar nabij!

Gebed om de opening van het Woord

Kindernevendienst: zingen als er kinderen zijn: “Wij gaan voor even uit elkaar”

1

Wij gaan voor even uit elkaar

en delen nu het licht.

Dat licht vertelt ons iets van God.

Op Hem zijn wij gericht.       

2

Wij geven Gods verhalen door.

En wie zich openstelt

ervaart misschien een beetje licht

door wat er wordt verteld.

3

Straks zoeken wij elkaar weer op

en elk heeft zijn verhaal.

Het licht verbindt ons met elkaar:

het is voor allemaal.

Schriftlezing: Jesaja 53  NBV 21

[1] Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?

Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?

[2] Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,

als een scheut uit dorre grond.

Onopvallend was zijn uiterlijk,

hij miste iedere schoonheid,

zijn aanblik kon ons niet bekoren.

[3] Hij werd veracht, door mensen gemeden,

hij was een man die het lijden kende

en met ziekte vertrouwd was,

een man die zijn gelaat voor ons verborg

en door ons werd verguisd en geminacht.

[4] Maar hij was het die onze ziekten droeg,

die ons lijden op zich nam.

Wij echter zagen hem als een verstoteling,

door God geslagen en vernederd.

[5] Om onze zonden werd hij doorboord,

om onze wandaden gebroken.

De straf die hij onderging bracht ons vrede,

zijn striemen gaven ons genezing.

[6] Wij dwaalden rond als schapen,

ieder zocht zijn eigen weg;

maar de wandaden van ons allen

liet de HEER op hem neerkomen.

[7] Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet

en deed zijn mond niet open.

Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,

als een ooi die stil is bij haar scheerders

deed hij zijn mond niet open.

[8] Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen.

Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad?

Hij werd verbannen uit het land der levenden,

om de zonden van mijn volk werd hij geslagen.

[9] Hij kreeg een graf bij misdadigers,

zijn laatste rustplaats was bij de rijken;

toch had hij nooit enig onrecht begaan,

nooit bedrieglijke taal gesproken.

[10] Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek.

Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen,

om zijn nageslacht te zien en lang te leven.

En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.

[11] Na het lijden dat hij moest doorstaan,

zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.

Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht,

hij neemt hun wandaden op zich.

[12] Daarom ken Ik hem een plaats toe onder velen

en zal hij met machtigen delen in de buit,

omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood

en zich tot de zondaars liet rekenen.

Hij droeg echter de schuld van velen

en nam het voor zondaars op.

Zingen: Een zwijgende Spreker      Op de wijs: Blijf bij mij Heer  (Gezang 392)

1.

Wij dwaalden rond, als schapen op de weg
wij keerden ons een ieder naar zijn weg
de Heer heeft, onze ongerechtigheid
op Zich genomen, ons ervan bevrijd

2

Als het geëist werd, toen werd Hij verdrukt
ja, Hij bleef zwijgen, toen Hij werd verdrukt.
Hij liet Zich leiden, een gewillig Lam
als een stom schaap, dat voor Zijn scheerders kwam.

3.

Ondanks Zijn zwijgen, zegt Hij ons zoveel,
juist in Zijn zwijgen, leert Hij ons zoveel.
door wat Hij deed, vervulde Hij Gods woord.
vervult de hoop die in het wachten gloort

4.

Hij is het Lam, dat plaatsvervangend zweeg,
werd één van ons, doordat Hij lijdzaam zweeg.
Hij was gehoorzaam aan Zijn Vaders wil.
in onze plaats voldeed Hij aan Gods wil.

5.

Ben ik zo’n schaap, wat op de weg nog dwaalt?
weet dan; het Lam heeft alles al betaald.
Hij is het Lam, Hij wil jouw Herder zijn,
juist in een tijd van zorgen en van pijn!

Markus 15: 1-15  NBV 21

Jezus voor Pilatus

[1] ’s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de Schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Nadat ze Jezus geboeid hadden, leidden ze Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus.

[2] Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’ [3] De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen Hem in. [4] Pilatus vroeg Hem toen: ‘Waarom antwoordt U niet? U hoort toch waar ze U allemaal van beschuldigen?’ [5] Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. [6] Pilatus had de gewoonte om op het Pesach feest één gevangene, die door het volk gekozen werd, vrij te laten. [7] Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. [8] Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was. [9] Pilatus vroeg hun: ‘Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?’ [10] Want hij begreep wel dat de hogepriesters Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. [11] Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten. [12] Toen zei Pilatus tegen hen: ‘Wat moet ik dan doen met de man die u de koning van de Joden noemt?’ [13] En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig Hem!’ riepen ze. [14] Pilatus vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig Hem!’ [15] Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij Hem eerst nog had laten geselen.

Luisterlied: Waarom bleef U zo stil  (Elly en Rikkert) 

Tekst: Jesaja 53:7   en Marcus 15:5

Verkondiging: “Een zwijgende Spreker”

Zingen: Gezang 189 geheel        Mijn Verlosser hangt aan het kruis

1

Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis,

hangt ten spot van snode smaders.

Zoon des Vaders,

waar is toch uw almacht thans,

waar uw goddelijke glans?

2

Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis,

en Hij hangt er mijnentwegen,

mij ten zegen.

Van de vloek maakt Hij mij vrij,

en zijn sterven zaligt mij.

3

Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis.

Zou ik dan in droeve dagen

troost’loos klagen?

Als ik naar zijn kruis mij richt,

valt mijn eigen last mij licht.

4

Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis!

‘k Heb mij, Heer, voor dood en leven

U gegeven.

Laat mij dan in vreugd en pijn 

met U in gemeenschap zijn.

Geloofsbelijdenis

Zingen: NLB 575: 1 en 6               Jezus leven van mijn leven

1

Jezus, leven van ons leven,

Jezus, dood van onze dood,

Gij hebt U voor ons gegeven,

Gij neemt op U angst en nood,

Gij moet sterven aan uw lijden

om ons leven te bevrijden.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

6

Dank zij U, o Heer des levens,

die de dood zijt doorgegaan,

die Uzelf ons hebt gegeven

ons in alles bijgestaan,

dank voor wat Gij hebt geleden,

in uw kruis is onze vrede.

Voor uw angst en diepe pijn

wil ik eeuwig dankbaar zijn.

Dankgebed en voorbede

Toelichting collectes  (inzameling bij de uitgang)

Slotlied: NLB 578: 1, 2, 5 en 6      O kostbaar kruis

1

O kostbaar kruis, o wonder Gods,

waaraan de prins der glorie stierf;

ik wil om U zijn zonder trots,

ik acht verlies wat ik verwierf.

2

Bewaar mij dat ik roemen zou

dan in mijns Heren Christi dood.

Al wat ik anders noemen zou

is niets bij dit mysterie groot.

5

En door zijn dood en door zijn bloed

is nu de wereld dood voor mij.

Ik ben gestorven, maar voorgoed

van heel de dode wereld vrij.

6

De aarde zelf is veel te klein

voor wie U waarlijk loven wil.

Uw liefde is een groot geheim,

zij vraagt geheel mijn hart en ziel.

Zegen:

3

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!