Liturgie 9 februari 2025
Aanvang 10:00 uur 09-02-2025
Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond
Protestantse Gemeente Ter Apel
DIENST VAN DE VOORBEREIDING
Welkom en mededelingen door de ouderling van dienst
Intochtslied: Psalm 118:1,5
Stil gebed
Bemoediging en groet
Zingen: klein Gloria (Lied 195)
Verootmoedigingsgebed en genadeverkondiging
Zingen: Welk een vriend is onze Jezus (EL 299:1,3)
1
Welk een vriend is onze Jezus,
die in onze plaats wil staan!
Welk een voorrecht, dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen
in ’t gebed tot onze Heer.
3
Zijn wij zwak, belast, beladen
en ter neêr gedrukt door zorg.
Dierb’re Heiland! Onze Toevlucht!
Gij zijt onze hulp en borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer;
in Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.
Wetslezing: de tien woorden als heenzending (Bron: Dienstboek)
Zingen: Wie oren om te horen heeft (Lied 320:1,2,3)
DIENST VAN HET WOORD
Gebed om Verlichting met de Heilige Geest
Kinderlied: Welkom, welkom, dit is het moment (als er kinderen zijn)
Schriftlezing uit het OT: Jesaja 6:1-8 – door lector
Jesaja geroepen
[1] In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. [2] Boven Hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. [3] Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’ [4] Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook. [5] Ik schreeuwde het uit: ‘Wee mij! Ik ben verloren, want ik ben een mens met onreine lippen, en ik leef te midden van een volk dat onreine lippen heeft. En nu heb ik met eigen ogen de koning, de HEER van de hemelse machten, gezien.’ [6] Toen nam een van de serafs met een tang een gloeiend kooltje van het altaar en vloog daarmee op mij af. [7] Hij raakte mijn mond ermee aan en zei: ‘Dit heeft je lippen aangeraakt; je schuld is geweken, je zonden zijn tenietgedaan.’ [8] Daarop hoorde ik de stem van de Heer zeggen: ‘Wie zal Ik sturen? Wie kan namens ons gaan?’ Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, stuur mij.’
Zingen: Heilig, heilig, heilig (Lied 405:1-4)
Schriftlezing uit het NT: Lucas 5:1-11 – door lector
Simon Petrus, Jakobus en Johannes geroepen
[1] Toen Hij eens aan de oever van het Meer van Gennesaret stond en het volk zich om Hem verdrong om naar het woord van God te luisteren, [2] zag Hij twee boten aan de oever van het meer liggen; de vissers waren eruit gestapt, ze waren bezig de netten te spoelen. [3] Hij stapte in een van de boten, die van Simon was, en vroeg hem een eindje van het land weg te varen; Hij ging zitten en gaf de menigte onderricht vanuit de boot. [4] Toen Hij was opgehouden met spreken, zei Hij tegen Simon: ‘Vaar naar diep water en gooi jullie netten uit om vis te vangen.’ [5] Simon antwoordde: ‘Meester, de hele nacht hebben we ons ingespannen en niets gevangen. Maar als U het zegt, zal ik de netten uitwerpen.’ [6] En toen ze dat gedaan hadden, zwom er zo’n enorme school vissen in de netten dat die dreigden te scheuren. [7] Ze gebaarden naar de mannen in de andere boot dat die hen moesten komen helpen; nadat dezen bij hen waren gekomen, vulden ze de beide boten met zo veel vis dat ze bijna zonken. [8] Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op zijn knieën voor Jezus neer en zei: ‘Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.’ [9] Hij was verbijsterd, net als allen die bij hem waren, over de enorme hoeveelheid vis die ze gevangen hadden; [10] zo verging het ook Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, die met Simon samenwerkten. Jezus zei tegen Simon: ‘Wees niet bang, voortaan zul je mensen vangen.’ [11] En nadat ze de boten aan land hadden gebracht, lieten ze alles achter en volgden Hem.
Zingen: God opent hart en oren (Lied 313:1)
Verkondiging Thema: Vissen en volgen
Orgelspel
Zingen: Lieve Heer, Gij zegt ‘kom’ en ik kom (Lied 840:1-3)
DIENST VAN HET ANTWOORD
Danken en voorbeden
Stil gebed
Gezamenlijk Onze Vader
Onze Vader
Onze Vader,
die in de hemelen zijt,
uw Naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome;
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid. Amen
Toelichting op de collecte
Slotlied: Zegen ons Algoede (Lied 415:1,2)
Heenzending en zegen, besloten met het zingen van Lied 415:3 _