zondag 6 oktober 2024    –    aanvang: 10.00 uur

Gezamenlijke dienst van de Protestantse gemeente Valthe/ Valthermond en de gemeente Ter Apel, in De Hoeksteen, Zuiderdiep 333 te Valthermond.

                                   Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

                                   Protestantse Gemeente Ter Apel

Welkom

Zingen: Psalm 146: 1 en 3            O Heer, mijn God, Gij koning van ‘t heelal

Votum en groet

Zingen: Psalm 146: 4

Woorden van troost en genade

Gebed bij de opening van het Woord

Zingen: NLB 1010: 1 en 2                        Geef vrede Heer, geef vrede

Lezing: Jesaja 2: 1-5

Dit zijn de woorden van Jesaja, de zoon van Amos; het visioen dat hij zag over Juda

en Jeruzalem.

Eens komt de dag dat de berg met de tempel van de HEER rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen:  ‘Laten we optrekken naar de berg van de HEER, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de HEER.

Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal meer het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal nog de wapens leren hanteren.

Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER.

Zingen: NLB 802: 1 en 2               Door de wereld gaat een woord

Lezing: Handelingen 15: 1-23

Er kwamen enkele leerlingen uit Judea, die betoogden dat de broeders zich moesten laten besnijden, overeenkomstig het door Mozes overgeleverde gebruik, omdat ze anders niet konden worden gered. Dit leidde tot grote onenigheid met Paulus en Barnabas en mondde uit in een felle woordenstrijd. Besloten werd dat Paulus en Barnabas, samen met enkele andere leerlingen, naar Jeruzalem zouden gaan om deze kwestie voor te leggen aan de apostelen en de oudsten. Nadat de gemeente hun uitgeleide had gedaan, gingen ze op weg en trokken ze door Fenicië en Samaria. Daar verhaalden ze uitvoerig van de bekering van de heidense volken, iets dat bij alle gelovigen grote vreugde wekte. Bij hun aankomst in Jeruzalem werden ze verwelkomd door de apostelen en de oudsten en door de rest van de gemeente. Ze brachten verslag uit van alles wat God door hen tot stand had gebracht. Enkele gelovigen die tot de partij van de farizeeën behoorden, gaven echter te verstaan dat ook de niet-Joodse gelovigen dienden te worden besneden en opdracht moesten krijgen zich aan de wet van Mozes te houden.

De apostelen en de oudsten kwamen bijeen om nader op deze zaak in te gaan. Toen het tot een hevige woordenstrijd kwam, stond Petrus op en zei: ‘Broeders, u weet dat God mij al in het begin uit uw midden heeft gekozen om de boodschap van het evangelie onder de andere volken te verspreiden, opdat ook zij tot geloof zouden komen. God, die de harten doorgrondt, heeft zich duidelijk voor hen uitgesproken door hun de heilige Geest te schenken, zoals Hij die ook aan ons geschonken heeft. Hij heeft geen enkel onderscheid gemaakt tussen ons en hen, want Hij heeft hun hart door het geloof gereinigd. Waarom wilt u God dan trotseren door op de schouders van deze leerlingen een juk te leggen dat onze voorouders noch wijzelf konden dragen? Nee, we geloven dat we door de genade van de Heer Jezus gered worden, op dezelfde wijze als zij.’ Daarop zwegen alle aanwezigen, en men luisterde naar Barnabas en Paulus, die vertelden welke grote tekenen en wonderen God door hen onder de heidense volken had verricht. Toen ze uitgesproken waren, nam Jakobus het woord. Hij zei: ‘Broeders, luister. Simeon heeft uiteengezet hoe God vanaf het begin het voornemen had om uit alle volken een volk te vormen dat zijn naam vereert. Dat stemt overeen met de woorden van de profeten; er staat immers geschreven: “Dan keer Ik terug op mijn schreden. Ik zal het vervallen huis van David herbouwen, wat is neergehaald zal Ik weer opbouwen. Ik zal dit huis doen herrijzen, zodat de mensen die overgebleven zijn de Heer zullen zoeken, evenals alle volken over wie mijn naam is uitgeroepen. Zo spreekt de Heer, die dit van oudsher heeft aangekondigd.”

Daarom ben ik van mening dat we de mensen uit de heidense volken die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen, maar dat we hun moeten schrijven dat ze zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf. In elke stad wordt de wet van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen.’

Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas.

Zingen NLB 802: 3 en 4

Overdenking

Zingen: 991: 1, 2 en 3                    De eersten zijn de laatsten

Clip: lied van Barbara Streisand: Avenu Malkenu

Gebeden

Zingen: Slotlied NLB 405: 1, 2 en 3        Heilig, heilig, heilig!

Wegzending en zegen

Orgelspel