Dankstond 5 november in ‘De Regenboog’ Ter Apel. Aanvang 19.00 uur.

Aansluitend gemeente avond voor PG Valthermond en PG Ter Apel.

Orgelspel

Voor de dienst: JdH 886 vers 1 en 2

1 O God, als oog en oor ’t aanbidd’lijk wonder

vernemen van Uw werken zonder tal;

der sterren pracht, het dreunen van de donder,

Uw kracht en heerlijkheid in ’t gans heelal:

dan zingt mijn ziel tot U,

mijn Heer, mijn Heil;

hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!

Dan zingt mijn ziel tot U, mijn Heer, mijn Heil,

hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!

2 Als ik bedenk, hoe God zijn Zoon niet spaarde,

maar Hem liet sterven, dan is ’t mij te groot!

Hoe ’s Hemels Koning stierf voor mij op aarde,

mijn zonde boette door Zijn bitt’re dood;

dan zingt mijn ziel tot U,

mijn Heer, mijn Heil;

hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!

Dan zingt mijn ziel tot U, mijn Heer, mijn Heil,

hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij!

Welkom en mededelingen

Uitleg bloemschikking

Intochtslied: Lied 218 vers 2, 3, 4 en 5

2 Dank U voor deze mooie aarde,

dank U voor sterren, maan en zon.

Dank U dat U ons wilt bewaren,

kracht en levensbron.

3 Dank U dat alle vogels zingen,

dank U voor elke boom in bloei.

Dank U voor zoveel goede dingen,

dank U dat ik groei.

4 Dank U voor steun in moeilijkheden,

altijd ziet U naar mensen om.

Dank U voor vrienden en voor vreemden

die ik tegenkom.

5 Dank U voor alle mooie klanken,

al wat ik zien en horen kan.

Dank U – o God, ik wil U danken

dat ik danken kan.

Bemoediging en groet

Samenzang: Psalm 65 vers 5 en 6

5 Gij komt het dorre land doorschrijden

met water uit uw beek

en tot een rijke oogst bereiden,

uw voetstap maakt het week.

Gij druipt uw zegen in de voren,

Gij roept het kiemend graan;

zo wordt het brood voor ons geboren

waar Gij zijt voorgegaan.

6 Gij kroont het jaar van uw genade.

Waar Gij getreden zijt

tooit de woestijn zich met een wade,

de heuvels zijn verblijd.

De weidegrond is wit van schapen,

het dal van koren blond.

Dit is het land door U geschapen,

uw lof schalt in het rond.

Gebed

Lezingen: Psalmen: 65:10-14

Psalmen 65

[10] U zorgt voor het land en bevloeit het, U maakt het vruchtbaar, vol water staat de rivier van God. U bewerkt het land voor het koren, zo bewerkt U het: [11] U doordrenkt de voren en effent de kluiten, doorweekt ze met regen en zegent het jonge groen. [12] U kroont het jaar met uw goede gaven, waar uw voeten gaan, druipt het van overvloed, [13] de velden in de steppe druipen, de heuvels omgorden zich met gejubel, [14] de weiden kleden zich met kudden, de dalen tooien zich met graan. Zij zingen en juichen elkaar toe.

1 Thessalonicenzen 5:16-28

[16] Wees altijd verheugd, [17] bid onophoudelijk, [18] dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat Hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt. [19] Doof de Geest niet uit [20] en heb geen minachting voor profetieën. [21] Onderzoek alles, behoud het goede [22] en vermijd alle kwaad, in welke vorm dan ook. [23] Moge de God van de vrede uw leven geheel en al heiligen, en mogen heel uw geest, ziel en lichaam zuiver bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus. [24] Hij die u roept is trouw en komt zijn belofte na. [25] Broeders en zusters, bid ook voor ons [26] en groet elkaar met een heilige kus. [27] In de naam van de Heer verzoek ik u dringend deze brief voor te lezen aan alle broeders en zusters. [28] De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u.

Antwoord: Psalm 72 vers 2 en 7

2 Zolang de zon des daags zal rijzen,

de maan schrijdt door de nacht,

moet al het volk hem eer bewijzen,

hem loven elk geslacht.

Hij moge mild zijn als de regen,

het land tot lafenis.

Vrede zal bloeien allerwegen,

totdat geen maan meer is.

7 Laat ons de grote naam bezingen

van Hem die Israël leidt,

want Hij alleen doet grote dingen,

zijn roem vervult de tijd.

Looft God de Heer, Hij openbaarde

zijn wonderen, zijn eer.

Zijn heerlijkheid vervult de aarde.

Ja, amen, looft de Heer.

Verkondiging

Antwoord: Lied 978 vers 1, 3 en 4

1 Aan U behoort, o Heer der heren,

de aarde met haar wel en wee,

de steile bergen, koele meren,

het vaste land, de onzekere zee.

Van U getuigen dag en nacht.

Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.

3 Gij hebt de bloemen op de velden

met koninklijke pracht bekleed.

De zorgeloze vogels melden

dat Gij uw schepping niet vergeet.

’t Is alles een gelijkenis

van meer dan aards geheimenis.

4 Laat dan mijn hart U toebehoren

en laat mij door de wereld gaan

met open ogen, open oren

om al uw tekens te verstaan.

Dan is het aardse leven goed,

omdat de hemel mij begroet.

Dankgebed

Lied 981 vers 1, 3 en 5

1 Zolang er mensen zijn op aarde,

zolang de aarde vruchten geeft,

zolang zijt Gij ons aller Vader,

wij danken U voor al wat leeft.

3 Gij voedt de vogels in de bomen,

Gij kleedt de bloemen op het veld,

o Heer, Gij zijt mijn onderkomen

en al mijn dagen zijn geteld.

5 Daarom moet alles U aanbidden,

uw liefde heeft het voortgebracht,

Vader, Gijzelf zijt in ons midden,

o Heer, wij zijn van uw geslacht.

Collecten bij de uitgang

Slotlied: Lied 413 vers 1, 2 en 3

1 Grote God, wij loven U,

Heer, o sterkste aller sterken!

Heel de wereld buigt voor U

en bewondert uwe werken.

Die Gij waart te allen tijd,

blijft Gij ook in eeuwigheid.

2 Alles wat U prijzen kan,

U, de Eeuwige, ongeziene,

looft uw liefde en zingt ervan.

Alle engelen, die U dienen,

roepen U nooit lovensmoe:

‘Heilig, heilig, heilig’ toe!

3 Heer, ontferm u over ons,

open uwe vaderarmen,

stort uw zegen over ons,

neem ons op in uw erbarmen.

Eeuwig blijft uw trouw bestaan –

Laat ons niet verloren gaan.

Zegen

Lied 415 vers 3

3 Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!

Orgelspel

Collecten:

Collectezak 1) Diaconie: bestemd voor algemeen diaconaal werk.

Collectezak 2) Kerk: bestemd voor Dankdienst voor gewas en

arbeid.

Collectezak 3) Uitgang: bestemd voor instandhouding van de Eredienst.