Liturgie 29 september 2024
Aanvang 10:00 uur 29 september 2024
Gezamenlijke dienst van de Protestantse gemeente Valthe en Valthermond en de gemeente Ter Apel in De Regenboog, dr. Bekenkampstraat 42, Ter Apel
Protestantse Gemeente Ter Apel
Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond
Thema: het afhakken van handen
DIENST VAN DE VOORBEREIDING
Welkom, mededelingen en kaarsen aan steken
Aanvangslied: Psalm 19:1
1
De hemel roemt de Heer,
het firmament geeft eer
Hem, die ’t heelal volbracht.
De dag spreekt tot de dag
van wat zijn hand vermag,
de nacht meldt het de nacht.
Er is geen taal, geen woord,
toch wordt alom gehoord
een wijd verbreide mare.
Geen stem gaat van hen uit,
maar overal verluidt
hetgeen zij openbaren.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied: Morgenglans der eeuwigheid (Lied 213:1,2,5)
1
Morgenglans der eeuwigheid,
licht aan ’t eeuwig Licht onttogen,
stel ons deze ochtendtijd
uwe heerlijkheid voor ogen,
en verdrijf door uwe macht
onze nacht!
2
Laat als milde morgendauw
uw genade tot ons komen
en de dorstige landouw
van ons leven overstromen,
ja, verkwik ons door uw troost
onverpoosd.
5
Overstroom ons met uw licht,
klare Zon van trouw en goedheid.
Treed niet met ons in ’t gericht,
maar verblijd ons met de zoetheid
van des hemels zaligheid
voor altijd.
Verootmoediging
Zingen als genadeverkondiging: De Heer blijft ons (Psalm 103:3, 4 uit de Nieuwe Psalmberijming)
3
De Heer blijft ons met liefde overladen.
Bewogen is zijn hart en vol genade.
Groot is zijn trouw, immens geduld heeft Hij.
Hij laat ons niet voor elke zonde boeten,
straft niet zo zwaar als eigenlijk zou moeten.
Hij blijft niet boos, zijn woede gaat voorbij.
4
De Heer is goed voor wie in Hem geloven;
zijn trouw gaat zelfs de blauwe lucht te boven.
Hij werpt de zonden ver bij zich vandaan.
Hij troost ons met zijn vaderlijke zorgen.
Wij, zwakke mensen, zijn bij Hem geborgen;
Hij weet dat wij uit aarde zijn ontstaan.
Wetslezing: Jakobus 4:11,12
Lied: Psalm 19: 3, 5
3
Volmaakt is ’s Heren wet,
die ons verkwikt en redt,
waarbij de ziel herleeft.
Getrouw en gans gewis
is Gods getuigenis,
dat dwazen wijsheid geeft.
Des Heren woord is goed,
wie zijn bevelen doet,
zijn hart wordt opgetogen.
Recht is het woord van God
en louter zijn gebod,
een licht voor onze ogen.
5
Zo helpt Gij, God, uw knecht,
en houdt zijn paden recht
in ’t spoor door U gewild.
Wie uw geboden acht,
wie trouw uw wet betracht
beloont Gij ruim en mild.
Maar zonder U, o Heer,
verdwaal ik altijd weer
op zelfgekozen wegen.
O, reinig metterdaad
mij van ’t verborgen kwaad,
en leid mij met uw zegen!
DIENST VAN HET WOORD
Gebed bij de opening van de schriften
Lied: Wij gaan voor even uit elkaar
1
Wij gaan voor even uit elkaar
en delen nu het licht.
Dat licht vertelt ons iets van God.
Op Hem zijn wij gericht.
2
Wij geven Gods verhalen door.
En wie zich openstelt
ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
3
Straks zoeken wij elkaar weer op
en elk heeft zijn verhaal.
Het licht verbindt ons met elkaar:
het is voor allemaal.
Kinderen gaan naar de Kindernevendienst
Schriftlezing uit het OT: Numeri 11:24-29
[24] Mozes ging naar buiten en bracht de woorden van de HEER aan het volk over. Daarna bracht hij zeventig oudsten van het volk bijeen en stelde hen rond de tent op. [25] Toen daalde de HEER af, in de wolk. Hij sprak tot Mozes en droeg een deel van de geest die op hem rustte, op de zeventig oudsten over. Zodra de geest op hen rustte begonnen ze te profeteren. Dat is daarna niet opnieuw gebeurd. [26] Twee mannen, van wie de een Eldad heette en de ander Medad, waren in het kamp gebleven; ze stonden wel op de lijst van zeventig maar waren niet naar de tent gegaan. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren, in het kamp. [27] Een jongeman rende naar Mozes toe en zei: ‘Eldad en Medad zijn in het kamp aan het profeteren!’ [28] ‘Zeg dat ze daarmee ophouden, heer!’ zei Jozua, de zoon van Nun, die van jongs af aan Mozes’ rechterhand was geweest. [29] Maar Mozes zei: ‘Denk je soms dat jij voor mijn belangen moet opkomen? Legde de HEER zijn geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!’
Schriftlezing uit het NT: Marcus 9:38-50
[38] Johannes zei tegen Hem: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef en we hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’ [39] Jezus zei: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van Mij spreken. [40] Wie niet tegen ons is, is voor ons. [41] Ik verzeker je: wie jullie een beker water te drinken geeft omdat jullie bij Christus horen, die zal zeker beloond worden.
[42] Wie een van de geringe mensen die in Mij geloven ten val brengt, zou beter af zijn als hij met een molensteen om zijn nek in zee gegooid werd. [43] Als je hand je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna gaan, naar het onblusbare vuur. [45] Als je voet je ten val brengt, hak hem dan af: je kunt beter kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee voeten in de Gehenna geworpen worden. [47] En als je oog je ten val brengt, ruk het dan uit: je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, [48] waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.
[49] Iedereen moet met vuur gezouten worden. [50] Zout is goed! Maar als het zout zijn kracht verliest, hoe zul je het zijn kracht dan teruggeven? Zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen en bewaar onder elkaar de vrede.’
Lied: Het woord dat u ten leven riep (Lied 316:1,2,3,4)
1
Het woord dat u ten leven riep
is niet te hoog, is niet te diep
voor mensen die ’t zo traag beamen.
Het is een teken in uw hand,
een licht dat in uw ogen brandt.
Het roept u dag aan dag bij name.
2
Het is niet aan de overzij.
Wat zegt gij dan: Wie zal voor mij
de wijde oceaan bevaren,
wie brengt van d´ overkant der zee
de schat der diepe wijsheid mee,
die ’s levens raadsel kan verklaren?
3
Het is ook in de hemel niet,
hoe vaak gij ook naar boven ziet
en droomt van bovenaardse streken.
Wat gij ook in de sterren leest,
alleen de Geest beroert de geest,
alleen het woord kan ’t hart toespreken.
4
Het woord van liefde, vrede en recht
is in uw eigen mond gelegd,
is in uw eigen hart geschreven.
Rondom u klinkt de stem van God:
vrijspraak, vertroosting en gebod,
vlak vóór u ligt de weg ten leven.
Verkondiging
Orgelspel
Lied: Neem mijn leven (Lied 912:1-6)
1
Neem mijn leven, laat het, Heer,
toegewijd zijn aan uw eer.
Maak mijn uren en mijn tijd
tot uw lof en dienst bereid.
2
Neem mijn handen, maak ze sterk,
trouw en vaardig tot uw werk.
Maak dat ik mijn voeten zet
op de wegen van uw wet.
3
Neem mijn stem, opdat mijn lied
U, mijn koning, hulde biedt.
Maak, o Heer, mijn lippen rein,
dat zij uw getuigen zijn.
4
Neem mijn zilver en mijn goud,
dat ik niets aan U onthoud.
Maak mijn kracht en mijn verstand
tot een werktuig in uw hand.
5
Neem mijn wil en maak hem vrij,
dat hij U geheiligd zij.
Maak mijn hart tot uwe troon,
dat uw heilige Geest er woon’.
912:6
Neem ook mijne liefde, Heer,
’k leg voor U haar schatten neer.
Neem mijzelf en voor altijd
ben ik aan U toegewijd.
DIENST VAN ONS ANTWOORD
Gebeden – stil gebed – Onze Vader
(Inzameling van de gaven – bij de uitgang)
Slotlied: Nu wij uiteen gaan (Lied 423:1-3)
1
Nu wij uiteengaan vragen wij God:
ga met uw licht voor ons uit!
Nu wij uiteengaan wens ik jou toe:
ga met God!
Vaya con Dios en à Dieu!
2
Voor wie ons lief zijn vragen wij God:
ga met uw licht vóór hen uit!
Al onze vrienden wensen wij vrede:
ga met God!
Vaya con Dios en à Dieu!
3
Voor alle mensen op onze weg:
vrede en goeds in elk huis!
Voor al wie kwamen onder dit dak:
ga met God!
Vaya con Dios en à Dieu!
Heenzending en zegen, afgesloten met Lied 415:3
3
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Orgelspel
___________________________________________________________________________
.