Werelddiaconaat                                                         2 februari 2025

Gezamenlijke dienst in het kader van Werelddiaconaat (Regenboog Ter Apel, Kloosterkerk Ter Apel, Hoeksteen Valthe/Valthermond)

Deze dienst is mede voorbereid door diakenen en ZWO-commissie van de drie gemeenten.

Thema:  Aanpassen aan een nieuwe situatie (Ethiopië)

Welkom en mededelingen en

Aanvangslied: psalm 65:2,3,4   ( De Nieuwe Psalmberijming )

2  Gelukkig wie bij U vertoeven;

uw woning is ons thuis.

Daar mogen wij uw zegen proeven,

het goede van uw huis.

U antwoordt ons op grootse wijze.

U redt ons door uw hand.

De hele wereld zal U prijzen,

de zee, de lucht, het land.

3  De bergen plant U in de aarde;

U bent bekleed met macht.

De bulderende zee bedaarde,

bedwongen door uw kracht.

Uw wonderen doen volken buigen,

U tempert hun tumult.

Elk mens begint voor U te juichen,

met diep ontzag vervuld.

4  Met liefde zorgt U voor de akker.

Uw beek bevloeit het land.

U maakt de dorre aarde wakker,

besproeit die met uw hand.

U drenkt de voren, plet de kluiten;

rijk zegent U het graan.

Het jonge groen zal, niet te stuiten,

fris op de velden staan.

Stil gebed

Bemoediging en groet

Lied: In het begin lag de aarde verloren (Lied 162:1-6; in beurtzang: 1 vrouwen, 2 mannen, 3 samen, 4 vrouwen, 5 mannen, 6 samen)

Vrouwen

1 In het begin lag de aarde verloren

in het begin in de duisternis;

God sprak zijn woord en het licht werd geboren,

’t licht dat vandaag onze dag nog is.

Mannen

2 In het begin zijn de wolken en luchten,

in het begin is de hemel ontstaan.

God sprak zijn woord en de wateren vluchtten:

zo bracht Hij scheiding en ruimte aan.

Samen

3 In het begin is de aarde gekomen,

in het begin uit de diepte der zee.

In het begin kwam het gras en de bomen,

bloeiden de bloemen en graasde ’t vee.

Vrouwen

4 In het begin zijn de sterren gaan branden,

in het begin kwam de zon en d’ maan.

Boven het land en de zee en de stranden

wijzen zij wegen en tijden aan.

Mannen

5 In het begin kwamen vogels gevlogen,

in het begin werd hun lied al gehoord.

Vissen in ’t water, wat leeft op het droge:

God schiep de dieren, elk naar hun soort.

Samen

6 In het begin riep God mensen tot leven,

in het begin was het woord in hun mond.

Wat was het goed om op aarde te wonen,

wat was God blij dat de wereld bestond.

Kyriegebed: gebed van Franciscus van Assisi

Glorialied: Een mens te zijn op aarde (Lied 538:1,3,4)

1 Een mens te zijn op aarde

in deze wereldtijd,

is leven van genade

buiten de eeuwigheid,

is leven van de woorden

die opgeschreven staan

en net als Jezus worden

die ’t ons heeft voorgedaan.

3 Een mens te zijn op aarde

in deze wereldtijd,

dat is de dood aanvaarden,

de vrede en de strijd,

de dagen en de nachten,

de honger en de dorst,

de vragen en de angsten,

de kommer en de koorts.

4 Een mens te zijn op aarde

in deze wereldtijd,

dat is de Geest aanvaarden

die naar het leven leidt:

de mensen niet verlaten,

Gods woord zijn toegedaan,

dat is op deze aarde

de duivel wederstaan.

Gebed bij de opening van het Woord

Verhaal voor kinderen en volwassenen: Rainbow vliegt naar Ethiopië

Zingen: Wij gaan voor even uit elkaar (als er kinderen zijn)

1 Wij gaan voor even uit elkaar

en delen nu het licht.

Dat licht vertelt ons iets van God.

Op Hem zijn wij gericht.           

2 Wij geven Gods verhalen door.

En wie zich openstelt

ervaart misschien een beetje licht

door wat er wordt verteld.

3 Straks zoeken wij elkaar weer op

en elk heeft zijn verhaal.

Het licht verbindt ons met elkaar:

het is voor allemaal.

Lezing uit het OT: Genesis 41:1-7 (door ouderling van dienst)

De droom van de farao

[1] Twee volle jaren later kreeg de farao een droom. Hij droomde dat hij aan de Nijl stond. [2] Toen zag hij zeven koeien uit de Nijl komen; het waren mooie koeien, die goed in hun vlees zaten. Ze gingen grazen in het oevergras. [3] En kijk, daar kwamen weer zeven koeien uit de Nijl; die waren lelijk en mager. Ze gingen staan bij de andere koeien aan de oever van de rivier. [4] En die lelijke, magere koeien aten de zeven mooie, vette koeien op. Hierna werd de farao wakker. [5] Maar hij viel weer in slaap en kreeg voor de tweede keer een droom. Zeven mooie, rijpe korenaren schoten op uit één halm. [6] Toen schoten er zeven andere aren op; die waren dun en door de oostenwind verschroeid. [7] En die dunne aren slokten de zeven rijpe, volle aren op. De farao werd wakker en besefte dat hij alles had gedroomd.

Lezing uit het NT: Lucas 12:13-21 (door ouderling van dienst)

Lucas 12

[13] Iemand uit de menigte zei tegen Hem: ‘Meester, zeg tegen mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen!’ [14] Maar Jezus antwoordde: ‘Wie heeft Mij als rechter of bemiddelaar over jullie aangesteld?’ [15] Hij zei tegen hen: ‘Pas op, hoed je voor iedere vorm van hebzucht. Want ook al heeft een mens nog zoveel, zijn leven bezit hij niet.’ [16] En Hij vertelde hun de volgende gelijkenis: ‘Het landgoed van een rijke man had veel opgebracht, [17] en daarom vroeg hij zich af: Wat moet ik doen? Ik heb geen ruimte om mijn voorraden op te slaan. [18] Toen zei hij bij zichzelf: Wat ik zal doen is dit: ik breek mijn schuren af en bouw grotere, waar ik al mijn graan en goederen kan opslaan, [19] en dan zal ik tegen mezelf zeggen: Je hebt veel goederen in voorraad, genoeg voor vele jaren! Neem rust, eet, drink en vermaak je. [20] Maar God zei tegen hem: “Dwaas, nog deze nacht zal je leven van je worden teruggevorderd. Voor wie zijn dan de schatten die je hebt opgeslagen?” [21] Zo vergaat het iemand die schatten verzamelt voor zichzelf, maar niet rijk is bij God.’

Zingen: O grote God die liefde zijt (Lied 838:1,2)

1 O grote God die liefde zijt,

o Vader van ons leven,

vervul ons hart, dat wij altijd

ons aan uw liefde geven.

Laat ons het zout der aarde zijn,

het licht der wereld, klaar en rein.

Laat ons uw woord bewaren,

uw waarheid openbaren.

2 Maak ons volbrengers van dat woord,

getuigen van uw vrede,

dan gaat wie aarzelt met ons voort,

wie afdwaalt met ons mede.

Laat ons getrouw de weg begaan

tot allen die ons verre staan

en laat ons zonder vrezen

de minste willen wezen.

Overdenking      Thema: Aanpassen aan een nieuwe situatie

Orgelspel

Zingen: God, die leven hebt gegeven (Lied 718:1,2,4)

1 God, die leven

hebt gegeven

in der aarde schoot,

alle vrucht der velden

moeten we U vergelden, –

dank voor ’t dagelijks brood.

2 Niet voor schuren,

die niet duren,

gaf Gij vruchtbaarheid,

maar opdat op aarde,

in uw goede gaarde,

niemand honger lijdt.

4 Wil dan geven,

dat ons leven

zelf ook vruchtbaar zij.

Laat in goede daden

’t woord van uw genade

opgaan, sterk en vrij.

Dank- en voorbeden

Onze vader: een gebed uit Tsjaad   

Zeg niet ‘Vader’

als je geen kind kunt zijn

Zeg niet ‘onze’

als je slechts aan jezelf denkt.

Zeg niet ‘hemel’

als je alleen maar naar aardse zaken verlangt.

Zeg niet ‘uw naam worde geheiligd’,

als je voortdurend je eigen eer zoekt.

Zeg niet ‘uw rijk kome’

als je alleen maar hoopt om er zelf beter van te worden.

Zeg niet ‘uw wil geschiede’

als je geen tegenslag kunt verdragen.

Bid niet voor het brood van vandaag

als je niet voor de armen op wilt komen.

Bid niet voor vergeving van schulden

als je in wrok leeft met familie of buren.

Bid niet voor een leven zonder verzoeking

als je zelf voortdurend het kwaad opzoekt.

Bid niet ‘verlos ons van de boze’

als je niet zelf op zoek gaat naar het goede.

Zeg niet ‘amen’ en ‘zo zij het’,

als je dit gebed niet ter harte neemt.

Amen

Toelichting op de collecte ( collectezakken staan in de hal )

PowerPoint jongeren Ethiopië

Slotlied: lied 423:1,2,3 (Nu wij uiteen gaan)

1 Nu wij uiteengaan vragen wij God:

ga met uw licht voor ons uit!

Nu wij uiteengaan wens ik jou toe:

ga met God!

Vaya con Dios en à Dieu!

2 Voor wie ons lief zijn vragen wij God:

ga met uw licht vóór hen uit!

Al onze vrienden wensen wij vrede:

ga met God!

Vaya con Dios en à Dieu!

3 Voor alle mensen op onze weg:

vrede en goeds in elk huis!

Voor al wie kwamen onder dit dak:

ga met God!

Vaya con Dios en à Dieu!

Heenzending en zegen met de beurtspraak van lied 424

Voorganger:  Verzadigd de honger,

                        gestild ons verlangen,

                        met goedheid gevoed.

Allen:              Brood, dat ons doet leven! 

Voorganger:  Genezen de dorst,

                        gevuld onze kruiken,

                        een stroom van genade.

Allen:              Water, bron van leven!

Voorganger: Geklaard is de dag,

                        het donker voorbij.

                        We zien uw gezicht.

Allen:              Licht in onze wereld!

Voorganger:  Bij name geroepen,

                        naar buiten gebracht,

                        een weg voor ons uit.

Allen:              Herder, die ons voorgaat!

Voorganger:  Die ons doorstroomt

                        en ons in bloei zet,

                        rijpt ons tot vrucht.

Allen:              Wijnstok van de liefde!

Voorganger: Bron en bestemming,

                        trouw die ons draagt

                        voor altijd op adem.

Allen:              Waarheid, weg en leven!

Voorganger:  De Heer zegene u allen

Allen:              Amen.