Pinksteren

Aanvang 09:30 uur                                               Ter Apel                                            19 mei 2024

Dit is een gezamenlijke dienst van de Protestantse gemeenten Valthe/ Valthermond en Ter Apel.

Protestantse Gemeente Ter Apel

Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

                                  

Voorganger:    ds. E. van der Meulen Ouderling:       dhr. A. Olthof Organist:         dhr. G. Kloeze, Stadskanaal

Orde van dienst Zingen voor de dienst: EL 381:1, 3              Daar ruist langs de wolken

1 Daar ruist langs de wolken een lief’lijke Naam, die hemel en aarde verenigt te zaam. Geen naam is er zoeter en beter voor ’t hart. Hij balsemt de wonden en heelt alle smart. Kent gij, kent gij die Naam nog niet! Die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied.

3 Eens buigt zich ook alles voor Jezus in ’t stof, en d’ engelen zingen voortdurend Zijn lof. O, mochten w’ om Jezus verheerlijkt eens staan, dan hieven wij juichend de jubeltoon aan: Jezus, Jezus, Uw naam zij d’ eer, want Gij zijt der mensen en engelen Heer

Welkom, mededelingen en kaarsen aansteken Intochtslied: NLB 672:1, 3, 7

1 Kom laat ons deze dag met heilig vuur bezingen en met vernieuwde vreugd, want God deed grote dingen. Eens gaf de heilige Geest aan velen heldenmoed. Bid dat Hij ons vandaag verlicht met Pinkstergloed.

3 In ’t lichaam van de Heer tot leden uitverkoren, zijn wij door uwe kracht als kinderen nieuw geboren. Deel van uw gaven uit, wees met uw kracht nabij. Dat ieder op zijn plaats een levend lidmaat zij.

7 Wie ’s Heren Geest bezielt, wie ’s Heren woord doet zingen, wie met ons vieren wil het feest der eerstelingen, die stemme met ons in en prijze Gods verbond dat Hij vandaag vernieuwt en elke morgenstond.

Stil gebed Bemoediging en groet Uitleg liturgisch bloemstuk: mw. Janny van Klinken Zingen: Psalm 146:1 1 Zing, mijn ziel, voor God uw Here, zing die u het leven geeft. Zing, mijn ziel, uw God ter ere,zing voor Hem zolang gij leeft. Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor de Heer uw God.

Kyriegebed: bestaande uit drie gebeden, afgewisseld met het vervolg van Psalm 146 Eerste gebed, afgesloten met het zingen van Psalm 146:3 3 Heil wien Jakobs God wil bijstaan, heil die God ter hulpe riep. Want zijn heil zal niet voorbijgaan, God is trouw aan wat Hij schiep. Wat in hemel, zee of aard woont, is in zijn hand bewaard.

            Tweede gebed, afgesloten met het zingen van Psalm 146:4

4 Aan wie hongert geeft Hij spijze, aan verdrukten recht gericht. Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze, blinden geeft Hij het gezicht. Hij geeft de gebukten moed en heeft lief wie zijn wil doet.

            Derde gebed, afgesloten met het zingen van Psalm 146:5

5 Wees en weduw en ontheemde doet Hij wonen op zijn erf. Hij behoedt de weg der vreemden, maar leidt bozen in ’t verderf. Eeuwig Koning is de Heer! Sion, zing uw God ter eer!

DIENST VAN HET WOORD

Gebed bij het openen van de Schriften Schriftlezing: Genesis 11:1-9 in het Drents (met dank aan Huus van de Taol)

Genesis 11:1-9

Op de hiele èerde weur der ien- en dezölfde taol spreuken. Mar doe zij hen het oosten trökken, vunden zij ruumte in het laand Sinear, daor gungen ze wonen. Ze zeden tegen mekaar: ‘Kom, wij gaot tichels maken en die goed bakken in het vuur.’ De tichels gebruukten ze as stienen en pik as specie. Ze zeden: ‘Wij bouwt oes een stad met een toren tot in de hemel an toe. Dan raak wij niet over de hiele èerde verstreid en kek elk tegen oes op’. Mar doe kwam de HEER umdeel um te kieken naor de stad en de toren die de mèenschen an’t bouwen waren. De HEER zee: ‘Kiek toch, ze bint ien volk en hebt ja almaol dezölfde spraok. Wat ze nou doet is nog mar het begun. Alles wat ze oetprakkezeert kunt ze veur mekaar kriegen. Kwan, wij gaot umdeel en maakt heur spraok in de war, dat ze ‘nkaander niet meer verstaot. Zo verstreide de HEER heur over de hiele èerde en ze heulden op met het bouwen van de stad. Daorum hiette de stad Babel, want daor meuk de HEER de spraok van de hiele wereld in de war, en van daoroet verstreide de HEER heur over de hiele èerde.

CLIP:  Kinderlied ‘Bij de toren van Babel’

Kinderen gaan naar de nevendienst

Schriftlezing: Handelingen 2:1-9 in het Gronings (Veenkoloniaals)

01Dou Pinksterdag kommen was, wazzen ze aalmoal bie mekoar. 02Inains kwam der n geluud uut de hemel, net of t hail haard begon te waaien. t Haile hoes doar of ze in waarn wui der vol van. 03Dou kregen ze wat te zain dat op vuur leek. Dat verdailde zok in tongen. Op elk van heur ging ain zitten. 04Ze werden aalmoal vol van heilige Geest en begonn te proaten in aander toalen zo as Geest heur in mond gaf. 05Nou huilen der Jeuden in Jeruzalem tou, vrome minsen, dij ofkomsteg waarn uut ale volken van de wereld. 06Dou dat geluud begon, laipen de minsen allemoal noar mekoar tou. Tou heur verboazen heurde elk heur ja proatn in zien aigen toal. 07Ze waar verboasd en wozzen nait hou of ze t haren. “Wat is dat nou?” zeden ze. “Binnen dat gain Galileeërs, aal dij minsen dij doar proatn? 08Hou kin dat den dat elk van ons ze heurt in zien aigen toal doar e in op gruit is? 09Parten, Meden, Elamieten, minsen uut Mesopotamië, Judea, en Kappadocië, Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en streken van Libië om Cyrene tou, minsen uut Rome dij hier touholden, 11 Jeuden, en minsen dij heur geleuf aannomen hebben, minsen oet Kreta en Arabië, wie heuren heur in ons aigen toal over God zien grode doaden proatn.” 12 Ze stonden allemoal verboasd en warn der hailmoal verlegen mit. Ze zeden tegen mekoar: “Wat het dat te betaikn?” 13 Mor aandern haren de gek ter mit. Dee zeden: “Man dij binnen doen!”

Zingen:  NLB 680: 1, 2, 3, 4, 5 1 Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Verschijn, lichtengel, in de nacht van onze geest, verward en trots.

2 Waar Gij niet zijt, is het bestaan, is alle denken, alle doen zo leeg en woest, zo dood, als toen Gij, Geest, nog niet waart uitgegaan.

3 Er is geen licht dan waar Gij zijt, uw vleugels breidt, uw vleugels strekt, geen leven, dan waar Gij het wekt in een gemis dat naar U schreit.

4 Hoor, heilige Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; wek onze geest, opdat hij hoort, wek ons tot leven, hier en nu.

5 O heilige Geest, wij zijn verblijd: Gij immers, eeuwig ondoorgrond, legt zelf dit lied ons in de mond, ten teken dat Gij bij ons zijt.

Schriftlezing: I Korinthe 13:1, 8-13 in het Nederlands (NBV21)

De liefde

[1] Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.

[8] De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – [9] want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. [10] Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. [11] Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. [12] Nu zien we nog maar een afspiegeling, een raadselachtig beeld, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. [13] Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

Zingen: NLB 675:1, 2

1 Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door uw kracht! Hemelse vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen, van grote dingen, als wij ontvangen; al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheidsleven, zal Hij ons geven,als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja!

2 Wat kan ons schaden, wat van U scheiden, liefde die ons hebt liefgehad? Niets is ten kwade, wat wij ook lijden, Gij houdt ons bij de hand gevat. Gij hebt de zege voor ons verkregen, Gij zult op aarde, de macht aanvaarden en onze koning zijn. Halleluja! Gij, onze Here, doet triomferen die naar U heten, en in U weten, dat wij Gods kinderen zijn. Halleluja!

Verkondiging

Zingen: Opwekking 167:1 ,2, 3        Samen in de naam van Jezus

1 Samen in de naam van Jezus, heffen wij een loflied aan. Want de Geest spreekt alle talen en doet ons elkaar verstaan. Samen bidden, samen zoeken, naar het plan van onze Heer. Samen zingen en getuigen, samen leven tot Zijn eer.

2 Heel de wereld moet het weten dat God niet veranderd is. En Zijn liefde als een lichtstraal doordringt in de duisternis. ’t Werk van God is niet te keren omdat Hij er over waakt, en de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt.

3.  Prijst de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. ’t Is Uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer!

DIENST VAN HET ANTWOORD

Danken en voorbeden Stil gebed De gebeden worden afgesloten met het gezongen ‘Onze Vader’ uit EL 466 Kinderen komen terug Inzameling van de gaven bij de uitgang: 1) Zending;  2) Kerk: Eredienst;  3) Uitgang: Zending

Slotlied: NLB 423:1, 2, 3

1 Nu wij uiteengaan vragen wij God: ga met uw licht voor ons uit! Nu wij uiteengaan wens ik jou toe: ga met God! Vaya con Dios en à Dieu!

2 Voor wie ons lief zijn vragen wij God: ga met uw licht vóór hen uit! Al onze vrienden wensen wij vrede: ga met God! Vaya con Dios en à Dieu!

3 Voor alle mensen op onze weg: vrede en goeds in elk huis! Voor al wie kwamen onder dit dak: ga met God! Vaya con Dios en à Dieu!

Heenzending en zegen Gezongen amen uit NLB 415:3

3 Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!

Orgelspel