Liturgie 17 november 2024
17 november 2024
Protestantse Gemeente Ter Apel
Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond
Voorganger: ds. K. Meijer, Stadskanaal
Ouderling: mw. L. Brouwer-Wubs
Organist: dhr. M. Wubs, Stadskanaal
Welkom, mededelingen en kaarsen aansteken
Zingen: Psalm 98: 1, 3
1
Zing een nieuw lied voor God de Here,
want Hij bracht wonderen tot stand.
Wij zien Hem heerlijk triomferen
met opgeheven rechterhand.
Zing voor de Heer, Hij openbaarde
bevrijdend heil en bindend recht
voor alle volkeren op aarde.
Hij doet zoals Hij heeft gezegd.
3
Laat heel de aarde een loflied wezen,
de psalmen gaan van mond tot mond.
De naam des Heren wordt geprezen,
lofzangen gaan de wereld rond.
Hosanna voor de grote koning,
verhef, bazuin, uw stem van goud,
de Heer heeft onder ons zijn woning,
de Heer die bij ons intocht houdt.
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Psalm 98: 4
4
Laat alle zeeën, alle landen
Hem prijzen met een blij geluid.
Rivieren klappen in de handen,
de bergen jubelen het uit.
Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken wees verblijd,
Hij komt zijn koninkrijk hier stichten,
zijn heil en zijn gerechtigheid.
Kyriegebed
Zingen: NLB 217 geheel
1
De dag gaat open voor het woord des Heren,
zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen,
bron die wij horen als wij tot Hem keren,
vroeg in de morgen.
2 2
Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name,
voor wij ontwaakten en ter wereld kwamen,
zag Hij ons aan en bracht Hij ons tezamen,
God onze Vader.
3
Door U geschapen om uit U te leven;
hartslag en adem hebt Gij ons gegeven,
land waar wij wonen, licht waarnaar wij streven,
oorsprong en toekomst.
4
Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen
ons doen en laten zuiveren en dragen,
dan stijgt de vreugde van uw welbehagen
in onze wereld.
5
Aan U ons loflied: glorie aan de Vader,
dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde,
zijn Geest geleide ons en onze aarde
naar de voltooiing
Gebed bij de opening van het Woord
KND: als er kinderen zijn zingen we: Wij gaan voor even uit elkaar
Schriftlezing: Marcus 13: 1-9
[1] Toen Hij de tempel verliet, zei een van zijn leerlingen tegen Hem: ‘Meester, kijk eens, wat een enorme stenen en wat een imposante gebouwen!’ [2] Jezus zei tegen hem: ‘Die grote gebouwen die je nu ziet – wees er maar zeker van dat geen steen op de andere zal blijven; alles zal worden afgebroken.’
[3] Toen Hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met Hem waren, stelde Petrus Hem de vraag: [4] ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?’ [5] Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. [6] Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben het,” en ze zullen veel mensen misleiden. [7] Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust. Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet gekomen. [8] Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk tegen het andere, en overal zullen er aardbevingen en hongersnoden zijn: dat is het begin van de weeën. [9] Wat jullie zelf betreft: pas goed op. Jullie zullen voor het gerecht gesleept worden en in synagogen worden gegeseld, en jullie zullen omwille van Mij voor gouverneurs en koningen moeten verschijnen om getuigenis af te leggen.
Zingen: NLB 451: 1, 3, 5
1
Richt op uw macht, o Here der heerscharen
en laat uw hulp ontwaken uit uw hand,
wil voor uw aangezicht uw volk bewaren
opdat de nacht zal wijken uit het land.
3
Richt op uw woning en roep ons tezamen,
omring ons met uw alvermogend woord,
wees ons een tempel en roep onze namen,
zodat wij juichen: God heeft ons verhoord!
5 3
Richt over de aarde en haar diepe stromen,
de volkeren, de sterren, zon en maan,
zij zullen allen voor uw aanschijn komen
en zingen dat uw woorden niet vergaan.
Schriftlezing: Marcus 13: 24-33
[24] Maar in de dagen na de verdrukking zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, [25] de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. [26] Dan zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met grote macht en luister. [27] Dan zal Hij de engelen eropuit sturen om zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeen te brengen, van het uiteinde van de aarde tot het uiteinde van de hemel.
[28] Leer van de vijgenboom deze les: zo gauw zijn takken uitlopen en in blad schieten, weet je dat de zomer in aantocht is. [29] Zo moeten jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat Hij in aantocht is en heel dichtbij. [30] Ik verzeker jullie: deze generatie zal zeker nog niet verdwenen zijn wanneer al die dingen gebeuren. [31] Hemel en aarde zullen verdwijnen, maar mijn woorden verdwijnen nooit. [32] Niemand weet wanneer die dag of dat moment zal aanbreken, de engelen in de hemel niet en de Zoon niet, alleen de Vader.
[33] Pas op, wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer die tijd zal komen.
Zingen: NLB 751: 1, 3, 5
1
De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil,
maar zalig hij die toch reeds wacht
en Hem begroeten wil.
3
Wie waakt er als een trouwe knecht,
zijn meester toegedaan,
dat als de Heer komt om zijn recht
hij voor Hem kan bestaan?
5
De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil…
zalig die toch geduldig wacht
en Hem begroeten wil.
Verkondiging
Orgelspel
Zingen: NLB 463: 1, 3, 5, 6, 7, 8
1
Licht in onze ogen,
redder uit de nacht,
geldt uw mededogen
nog wie U verwacht?
3
Herder, wil behoeden,
wie in ’t duister valt.
Keer hun lot ten goede,
licht dat stralen zal!
5 4
Regen uw gerechtigheid
en bevrucht de aard,
tot de trouw ontkiemt en
vrede bloeien gaat!
6
Kyrie eleison,
dat Gij u erbarmt,
onze kille koude
met uw licht verwarmt!
7
Christe eleison,
nog is niet verstomd
ons verlangend roepen
dat Gij spoedig komt!
8
Kyrie eleison,
wees genadig, Heer!
Breng ons naar de morgen
wacht niet langer meer!
Gebeden
Collecte bij de uitgang
Zingen: NLB 755
1
Toch overwint eens de genade,
en maakt een einde aan de nacht.
Dan onderwerpt de Heer het kwade,
dan is de strijd des doods volbracht.
De wereld treedt in ’s Vaders licht,
verheerlijkt voor zijn aangezicht.
2
O welk een vreugde zal het wezen,
als Hem elk volk is toegedaan.
Uit aarde en hemel opgerezen,
vangt dan het nieuwe loflied aan,
als ieder voor de Heer zich buigt
en aller stem Gods lof getuigt.
Zegen
Zingen: NLB 425
Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,
in Christus verbonden, tezamen gezonden
op weg in een wereld die wacht op uw woord.
Om daar in genade uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal,
door liefde gedreven, om wie met ons leven
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.
Orgelspel
________________