Liturgie 15 juni 2025
Protestantse Gemeente Ter Apel
Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond
Viering Heilig Avondmaal
Orde van dienst voor zondag 15 juni 2025 in ‘De Regenboog”.
DIENST VAN DE VOORBEREIDING
Welkom en mededelingen
Intochtslied: psalm 23B:1,2,4
1 De Heer is mijn herder!
’k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden
naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
aan waat’ren der rust.
2 De Heer is mijn herder!
Hij waakt voor mijn ziel,
Hij brengt mij op wegen
van goedheid en zegen,
Hij schraagt m’ als ik wankel,
Hij draagt m’ als ik viel.
4 De Heer is mijn herder!
In ’t hart der woestijn
verkwikken en laven
zijn hemelse gaven;
Hij wil mij versterken
met brood en met wijn.
Stil gebed
Woord van groet en bemoediging
Voorganger: Licht en vrede voor u en voor jou
Allen): Licht en vrede ook voor u
V: Alle dagen van ons leven is de Naam van de Heer onze hulp
A: Die hemel en aarde gemaakt heeft
V: Ik houd mijn ogen gericht op U, God,
want U helpt mij toch wanneer ik verstrikt raak
in dingen die me bang maken of onzeker.
Houd dan Uw ogen op ons gericht, God
en zie wat wij met ons meedragen
aan zorgen en verdriet.
A: Bij U schuilen wij God.
V: Want uw trouw duurt en duurt, – is zonder einde.
A: U laat niet los het werk van Uw handen. Amen.
Zingen: De vreugde voert ons naar dit huis (Lied 280:1,5,6)
1 De vreugde voert ons naar dit huis 2
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.
5 Onthul ons dan uw aangezicht,
uw naam, die mét ons gaat
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.
6 Vervul ons met een nieuw verstaan
van ’t woord, waarin Gij spreekt
en reik ons zelf als leeftocht aan
het brood, dat Gij ons breekt.
Verootmoedigingsgebed
Genadeverkondiging
Zingen als wetslezing: Lied 320:1-5 (Wie oren om te horen heeft)
1 Wie oren om te horen heeft
hore͜ naar de͜ wet die God hem geeft:
gij zult geen vreemde goden
maar Mij alleen belijden voortaan.
Hoor, Israël, mijn geboden.
2 Bemin uw Heer te allen tijd.
Dien hem͜ met alles wat gij zijt.
Aanbid Hem in uw daden.
Dit is het eerste͜ en grote gebod,
de wil van God, uw Vader.
3 – Bied uw naaste͜ de helpe͜nde hand.
Spijzig de͜ armen in uw land,
een woning wilt hen geven.
Het tweede͜ gebod is͜ het eerste gelijk;
doe dit, en gij zult leven.
4 De macht der liefde is zo groot,
͜geen water blust haar vuren uit,
wanneer zij is ontstoken.
Nu wil ontbrande͜n aan liefdeswoord,
God heeft͜ het tot ons gesproken.
5 De liefde spreekt haar eigen taal,
alle͜ kwaad͜ bedekt zij duizendmaal –
vergeef al wie u griefde.
Dit lied zal in de lucht opgaan,
maar blijve͜ in ons de liefde.
DIENST VAN HET WOORD
Gebed om Verlichting met de Heilige Geest
KND: Als er kinderen zijn, zingen we: het Lichtlied. Wij gaan voor even uit elkaar
Wij gaan voor even uit elkaar
en delen nu het licht.
Dat licht vertelt ons iets van God. 3
Op Hem zijn wij gericht.
Wij geven Gods verhalen door.
En wie zich openstelt
ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
Straks zoeken wij elkaar weer op
en elk heeft zijn verhaal.
Het licht verbindt ons met elkaar:
het is voor allemaal.
Schriftlezing: Johannes 3:1-16
[1] Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. [2] Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ [3] Jezus zei: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
[4] ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot in gaan en weer geboren worden?’ [5] Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, niemand kan het koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest. [6] Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. [7] Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. [8] De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ [9] ‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. [10] ‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent?
[11] Werkelijk, Ik verzeker u, wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. [12] Wanneer jullie Me niet geloven als Ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie Me dan geloven als Ik over hemelse dingen spreek? [13] Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? [14] De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, [15] opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. [16] Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
Zingen: Lied 275:1-5 (Heer onze God, hoe zijt Gij aanwezig)
1 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij.
Gij zijt gestadig met ons bezig,
onder uw vleugels rusten wij.
2 Gij zijt niet ver van wie U aanbidden,
niet hoog en breed van ons vandaan.
Gij zijt zo mens´lijk in ons midden
dat Gij dit lied wel zult verstaan.
3 Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft U ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.
4 Gij zijt in alles diep verscholen,
in al wat leeft en zich ontvouwt.
Maar in de mensen wilt Gij wonen
met hart en ziel aan ons getrouwd.
5 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
waar ook ter wereld mensen zijn.
Blijf zo genadig met ons bezig,
tot wij in U volkomen zijn.
Verkondiging
Zingen van de geloofsbelijdenis: Lied 340B (staande)
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle,
ten derden dage wederom opgestaan van de doden,
opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods,
des almachtigen Vaders, vanwaar Hij komen zal om te oordelen
de levenden en de doden. Ik geloof in de heilige Geest,
ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk,
de gemeenschap der heiligen, vergeving der zonden,
wederopstanding des vleses en een eeuwig leven.
Amen, amen, amen.
DIENST VAN HET ANTWOORD
Danken en voorbeden
Stil gebed
Gezamenlijk Onze Vader
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome;
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van u is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
DIENST VAN DE TAFEL
Nodiging
Lied van toenadering: Lied 381:1 Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet
1 Genadig Heer, die al mijn zwakheid weet,
wil mij vergeven wat ik U misdeed;
verwerp mij niet, die op uw vrijspraak wacht,
maar troost mij met uw woord: het is volbracht.
Groet 5
Vg: De Heer zal met u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft nu uw hart tot God en laten wij de Heer onze God
dankzeggen, want Hij verdient onze dank.
God wij danken U!
God, wij danken U met heel ons hart.
U hebt ons de aarde gegeven en alles wat daarop is.
Wij zijn Uw mensen, Uw kinderen.
Niet voor de dood, maar voor het leven hebt Gij ons geschapen.
Wij danken U, want dit is de dag van de opstanding van Jezus Uw Zoon.
Wij danken U, want met Hem zijn wij ook opgestaan ten leven.
Zingen: Lied 381:2
2 Gij hebt mij Heer, geroepen aan uw dis,
het heilig feest van uw gedachtenis;
Schenk mij uw Geest, opdat ik U ontmoet
in ’t teken van uw lichaam en uw bloed.
Vg Wij danken U God, dat Gij ons vanmorgen nodigt:
jong en oud om brood en wijn te delen,
om de grote liefde van Jezus te proeven.
Wij danken U dat Jezus, met mensen als wij aan tafel ging,
en met mensen als wij het brood brak,
en met mensen als wij de wijn deelde,
om zo Gods liefde te laten zien.
Zingen: Lied 381:3
3 Gij, die voor armen rijkdom hebt bereid,
voor onrechtvaardigen gerechtigheid,
zie, hoe naar U zich mijn verlangen wendt
en leid mij zelf, Heer, tot uw sacrament.
Vg Wij prijzen U God om Jezus Christus,
die is: de Levende, begin en einde,
eerste uit de doden, licht der wereld,
eerstgeborene van heel de schepping,
die voor ons werd het Paaslam,
dat wegdraagt alle zonden van de wereld.
Want in de nacht waarin Hij werd overgeleverd,
nam Hij het brood in Zijn handen.
Hij sprak de zegen uit.
Hij brak het,
en gaf het aan Zijn vrienden met de woorden:
Neemt en eet allen hiervan,
want dit is mijn lichaam
dat voor u wordt gegeven.
Ook nam Hij de beker,
nadat de maaltijd was afgelopen.
Hij dankte U weer
en gaf hem aan Zijn vrienden met de woorden:
Neemt deze beker
en drinkt hieruit,
want dit is de beker van het Nieuwe Verbond
dit is Mijn bloed, 6
dat voor u en voor alle mensen
wordt vergoten tot vergeving van zonden.
Doe dit om Mij te gedenken.
Daarom gedenken wij
het verlossend lijden van Jezus Christus onze Heer,
die verrezen is en zit aan Uw rechterhand.
En wij verkondigen Zijn dood,
totdat Hij wederkomt.
Amen!
Zingen: Lied 381:4
4 Wie geeft het brood, dat hongerigen voedt,
waar is de bron waaruit ik drinken moet?
Gij, Heer, alleen kunt mijn genezing zijn;
voed mij en drenk mij met uw brood en wijn.
Vg Zend dan, o God Uw Heilige Geest in ons midden,
zodat wij eten en drinken het leven dat niet vergaat.
En zoals dit brood dat wij breken
was verstrooid over de velden,
maar werd samengebracht en één is geworden,
breng zo Uw gemeente bijeen, van heinde en ver
in het Rijk van Uw vrede.
Want U komt alle eer toe,
U alleen de heerlijkheid
door Jezus Christus Uw Zoon.
Zingen: lied 381:5 5 Nu ik mijn hand strek naar ’t gebroken brood
en neem de beker, die Gij zelf mij bood,
hoe komt Gij met uw goedheid mij nabij;
berg me in uw liefde, Heer, en zegen mij.
Delen van brood en wijn
Collectes
1) Diaconie: de Avondmaalscollecte wordt tijdens de dienst toegelicht; 2) Kerk; 3) Uitgang
Zingen als dankzegging: Lied 381:6
6 U wil ik danken, grote Levensvorst;
Gij hebt gestild mijn honger en mijn dorst.
Uw kracht, uw leven daalde in mij neer;
in uw gemeenschap wil ik blijven, Heer.
Heenzending en zegen
Zingen: Amen, amen, amen (Lied 415:3)
3 Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Orgelspel