Orde van dienst voor zondag 12 januari 2025

                                   Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

                                   Protestantse Gemeente Ter Apel

Voorganger: ds. E. v.d. Meulen

Ouderling: R. Nijboer

Diaken: H. Alserda

Lector: A. de Vries

Organist: I. Veldman

Orgelspel    

Welkom en mededelingen

Intochtslied: Psalm 107: 1, 4

1

Gods goedheid houdt ons staande

zolang de wereld staat!

Houd dan de lofzang gaande

voor God die leven laat.

Al wie door Hem bevrijd

uit ongastvrije streken,

naar huis wordt heengeleid,

zal van zijn liefde spreken.

4

Laat ons nu voor de Here

zijn goedertierenheid

toezingen en vereren

de God die ons bevrijdt.

Want wie zijn hulp verlangt,

Hem aanroept in gebeden,

verlost Hij uit de angst

en leidt Hij tot de vrede.

Moment van stilte

Bemoediging en groet

Lied: Hoe helder straalt de morgenster (Lied 518:1,3)

1

Hoe helder staat de morgenster,

en straalt mij tegen van zo ver,

de luister van mijn leven.

Kom tot mij, zoon van David, kom,

mijn koning en mijn bruidegom,

mijn hart wil ik U geven.

Lieflijk,

vriendelijk,

schoon en heerlijk,

zo begeerlijk,

mild in ’t geven,

stralend, vorstelijk verheven.

3

Gij schittert als een edelsteen,

mijn hart is vol van U alleen,

uw liefde doet mij leven.

Hoe groei ik in uw lichte schijn,

hoe bloei ik op daar ik mag zijn

een rank met U verweven.

Aan U

blijft nu

heel mijn leven

weggegeven,

om te ontvangen

U, mijn liefde, mijn verlangen.

Verootmoedigingsgebed

Richtlijnen voor het leven: Titus 3: 1-11

Lied: Psalm 19: 5, 6

5

Zo helpt Gij, God, uw knecht,

en houdt zijn paden recht

in ’t spoor door U gewild.

Wie uw geboden acht,

wie trouw uw wet betracht

beloont Gij ruim en mild.

Maar zonder U, o Heer,

verdwaal ik altijd weer

op zelfgekozen wegen.

O, reinig metterdaad

mij van ’t verborgen kwaad,

en leid mij met uw zegen!

6

Als Gij uw knecht behoedt,

o Heer, zal overmoed

niet heersen over mij.

Legt Gij mijn drift in toom,

dan leef ik recht en vroom,

van grote zonden vrij.

Breng voor uw aangezicht

mijn wens en woord in ’t licht

door al mijn levensdagen.

Verlosser, zie mij aan,

mijn steenrots, doe mij staan

in uw groot welbehagen.

Woorden bij Lied 681, overgaand in het gebed bij de opening van de Schriften

Kinderlied: Welkom, welkom, dit is het moment (als er kinderen zijn)

Schriftlezing: Jesaja 40: 1-11 en Lucas 3: 15-22  (NBV21)

Jesaja

Troost voor Jeruzalem

[1] Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. [2] Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend

dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de HEER heeft ontvangen.

[3] Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. [4] Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd,

laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen. [5] De luister van de HEER zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De HEER heeft gesproken!’

[6] Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’ En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen? De mens is als gras, teer als een bloem in het veld. [7] Het gras verdort en de bloem verwelkt wanneer de adem van de HEER erover blaast. Ja, als gras is dit volk.’ [8] Het gras verdort en de bloem verwelkt, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. [9] Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem, verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ [10] Ziehier God, de HEER! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft Hij bij zich, zijn beloning gaat voor Hem uit.

[11] Als een herder weidt Hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, Hij vlijt ze tegen zijn borst, en zorgzaam leidt Hij de ooien.

Lucas 3

[15] Het volk was vol verwachting, en allen vroegen zich af of Johannes misschien de messias was, [16] maar Johannes zei tegen hen: ‘Ik doop jullie met water, maar er komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om de riemen van zijn sandalen los te maken. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; [17] Hij houdt de wan in zijn hand om zijn dorsvloer te reinigen, het graan zal Hij bijeenbrengen in zijn schuur en het kaf in onblusbaar vuur verbranden.’

[18] Op deze en andere wijze spoorde hij het volk aan en verkondigde hij hun het goede nieuws. [19] Maar de tetrarch Herodes, die door Johannes was terechtgewezen in verband met Herodias, de vrouw van zijn broer, en vanwege al zijn andere wandaden, [20] voegde aan alle slechte dingen die hij had gedaan nog toe dat hij Johannes opsloot in de gevangenis.

[21] Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en Hij aan het bidden was, werd de hemel geopend [22] en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde

Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’  

Lied: Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods (lied 680:1-5)

1

Kom, heilige Geest, Gij vogel Gods,

daal neder waar Gij wordt verwacht.

Verschijn, lichtengel, in de nacht

van onze geest, verward en trots.

2

Waar Gij niet zijt, is het bestaan,

is alle denken, alle doen

zo leeg en woest, zo dood, als toen

Gij, Geest, nog niet waart uitgegaan.

3

Er is geen licht dan waar Gij zijt,

uw vleugels breidt, uw vleugels strekt,

geen leven, dan waar Gij het wekt

in een gemis dat naar U schreit.

4

Hoor, heilige Geest, wij roepen U!

Kom, wees aanwezig in het woord;

wek onze geest, opdat hij hoort,

wek ons tot leven, hier en nu.

5

O heilige Geest, wij zijn verblijd:

Gij immers, eeuwig ondoorgrond,

legt zelf dit lied ons in de mond,

ten teken dat Gij bij ons zijt.

Verkondiging

Orgelspel

Lied: O Christus, woord der eeuwigheid (Lied 826:1,2,3)

1

O Christus, woord der eeuwigheid,

dat naar ons uitging in de tijd

en daad werd, mens van hoofd tot voeten,

wij danken U, God die Gij zijt,

dat Gij ons menslijk wilt ontmoeten.

2

Hoe hadden wij U ooit verstaan,

waart Gij niet tot ons uitgegaan,

o levenswoord van den beginne?

Spreek, woord van vlees en bloed, ons aan,

o Christus, treed ons leven binnen.

3

Gij werd een mens, maar zonder eer,

die in de wereld geen verweer,

niet heerlijks had voor mensenogen.

Gij woord dat antwoord vraagt, o Heer

geef dat wij U herkennen mogen.

Danken en voorbeden, afgesloten met het Onze Vader

         Onze Vader die in de hemelen zijt,

         uw naam worde geheiligd;

         uw Koninkrijk kome;

         uw wil geschiede,

         gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.

         Geef ons heden ons dagelijks brood;

         en vergeef ons onze schulden,

         gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;

         en leid ons niet in verzoeking,

         maar verlos ons van de boze.

         Want van u is het Koninkrijk en de kracht

         en de heerlijkheid tot in eeuwigheid.

Amen.

Toelichting op de collecte

Slotlied: De Geest des Heren heeft (Lied 686:1,2)

1

De Geest des Heren heeft

een nieuw begin gemaakt,

in al wat groeit en leeft

zijn adem uitgezaaid.

De Geest van God bezielt

wie koud zijn en versteend

herbouwt wat is vernield

maakt één wat is verdeeld.

2

Wij zijn in Hem gedoopt

Hij zalft ons met zijn vuur.

Hij is een bron van hoop

in alle dorst en duur.

Wie weet vanwaar Hij komt

wie wordt zijn licht gewaar?

Hij opent ons de mond

en schenkt ons aan elkaar.

Heenzending en zegen, afgesloten met Lied 415: 3

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!

_____________________________________________________________________