Liturgie 7 december 2025

Voorganger: ds. E. v.d. Meulen
Ouderling: mw. A. Nuus-Koetje
Organist: dhr. G. Kloeze, Stadskanaal
Orde van dienst voor de 2e Adventszondag, 7 december 2025
DIENST VAN DE VOORBEREIDING
Orgelspel
Woord van welkom en aansteken kaarsen
Uitleg bloemschikking
Intochtlied: Psalm 72:1,2
1 Geef, Heer, de koning uwe rechten
en uw gerechtigheid
aan ’s konings zoon, om uwe knechten
te richten met beleid.
Dan ruist op alle bergen vrede,
heil op der heuvelen top.
Hij zal geweldenaars vertreden,
maar armen richt hij op.
2 Zolang de zon des daags zal rijzen,
de maan schrijdt door de nacht,
moet al het volk hem eer bewijzen,
hem loven elk geslacht.
Hij moge mild zijn als de regen,
het land tot lafenis.
Vrede zal bloeien allerwegen,
totdat geen maan meer is.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Zingen: Morgenglans der eeuwigheid (Lied 213:1,2,5)
1 Morgenglans der eeuwigheid,
licht aan ’t eeuwig Licht onttogen,
stel ons deze ochtendtijd
uwe heerlijkheid voor ogen,
en verdrijf door uwe macht
onze nacht!
2 Laat als milde morgendauw
uw genade tot ons komen
en de dorstige landouw
van ons leven overstromen,
ja, verkwik ons door uw troost
onverpoosd.
5 Overstroom ons met uw licht,
klare Zon van trouw en goedheid.
Treed niet met ons in ’t gericht,
maar verblijd ons met de zoetheid
van des hemels zaligheid
voor altijd.
Kyrië gebed
Luisterlied: Zal er ooit een dag van vrede… via YouTube
DIENST VAN HET WOORD
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Kindernevendienst: Wij gaan voor even uit elkaar
1 Wij gaan voor even uit elkaar
en delen nu het licht.
Dat licht vertelt ons iets van God.
Op Hem zijn wij gericht.
2 Wij geven Gods verhalen door.
En wie zich openstelt
ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
3 Straks zoeken wij elkaar weer op
en elk heeft zijn verhaal.
Het licht verbindt ons met elkaar:
het is voor allemaal.
Zingen: Verwacht de komst des Heren (NLB 439:1,2)
1 Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard,
die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven
vraagt toegang tot ons hart.
2 Bereid dan voor zijn voeten
de weg die Hij zal gaan;
wilt gij uw Heer ontmoeten,
zo maak voor Hem ruim baan.
Hij komt, – bekeer u nu,
verhoog de dalen, effen
de hoogten die zich heffen
tussen uw Heer en u.
Schriftlezing uit het OT: Jesaja 11:1-10
Vrede en gerechtigheid door de telg van Isaï
[1] Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
[2] De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de HEER.
[3] Hij ademt ontzag voor de HEER; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. [4] Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. [5] Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen. [6] Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. [7] Een koe en een berin grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw eet stro, net als een rund. [8] Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. [9] Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van de HEER vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt. [10] Op die dag zal de telg van Isaï als een vaandel voor alle volken staan. Dan zullen de volken hem zoeken en zijn woonplaats zal schitterend zijn.
Schriftlezing uit het NT: Matteüs 3:1-12
Optreden van Johannes de Doper
[1] In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: [2] ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ [3] Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Een stem roept in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ [4] Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar met een leren gordel; hij voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. [5] Uit Jeruzalem, uit heel Judea en uit de omgeving van de Jordaan stroomden de mensen toe [6] en ze lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan, waarbij ze hun zonden beleden. [7] Toen hij zag dat veel farizeeën en sadduceeën op zijn doop afkwamen, zei hij tegen hen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je het komende oordeel kunt ontlopen? [8] Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. [9] En denk niet dat je bij jezelf kunt zeggen: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! [10] De bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. [11] Ik doop jullie met water als teken van jullie inkeer, maar na mij komt iemand die machtiger is dan ik; ik ben het zelfs niet waard om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; [12] Hij houdt de wan in zijn hand, Hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur
Zingen: Kwam van Godswege (Lied 456b:1,2,3,4)
1 Kwam van Godswege
een man in ons bestaan,
een stem om te getuigen,
Johannes was zijn naam.
Man van Godswege,
Johannes was zijn naam.
2 Zo staat geschreven:
de heuvel moet geslecht,
geen kwaad mag zijn bedreven,
maak alle paden recht.
Zo staat geschreven:
maak alle paden recht.
3 Doper, wat liep je
in kemelharen pij,
als een profeet, wat riep je
daar in die woestenij?
Doper, wat riep je
daar in die woestenij?
4 ‘Dat wij omkeren,
verlaten ons domein,
beleven ’t woord des Heren
en niet weerbarstig zijn.
Dat wij omkeren
en niet weerbarstig zijn.’
Verkondiging
Zingen: Al wie dolend in het donker (Hemelhoog 122:1,4)
1 Al wie dolend in het donker,
in de holte van de nacht,
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht
vrijheid wordt aan u verkondigd
door een koning zonder macht.
4 Dor en droog geworden aarde
die om dauw en regen vraagt,
dode mens die snakt naar adem,
wereld die om toekomst vraagt
Zie mijn Zoon, de nieuwe Adam,
die mijn welbehagen draagt.
DIENST VAN HET ANTWOORD
Gebeden, afgesloten met het Onze Vader
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van u is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
Inzameling van de gaven
Slotlied: Gij die alle sterren houdt (NLB 919:1-4)
1 Gij die alle sterren houdt
in uw hand gevangen,
Here God, hoe duizendvoud
wekt Gij ons verlangen!
Ach, ons hart / is verward,
leer het op uw lichte
hoge rijk zich richten.
2 Want de lichten die wij zelf
aan de hemel stelden,
glinsterend in het zwart gewelf,
sterren, ongetelde, –
al hun glans / dooft nochtans,
dan is heel ons leven
door de nacht omgeven.
3 God, is dan wat U verliet
uit uw hand gevallen?
Mist Gij onze wereld niet
bij uw duizendtallen?
Blijf niet ver, / doe één ster
in de nacht ons gloren,
of wij zijn verloren!
4 Christus, stille vaste ster,
o Gij licht der lichten,
waarnaar wij van her en der
onze schreden richten, –
geef ons moed; / ’t is ons goed
U te zien, getrouwe,
uw hoog rijk te aanschouwen.
Heenzending en zegen, afgesloten met: NLB 415: 3
3 Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Orgelspel