liturgie 16 november 2025
Viering Heilig Avondmaal op 16 november in ‘De Regenboog’ in Ter Apel.
Aanvang: 10:00 uur.
Voorganger: ds. W. de Groot, Emmen
Ouderling: mw. L. Brouwer-Wubs
Organist: dhr. A. Verhart, 2e Exloërmond
Welkom, mededelingen en kaarsen aansteken
Zingen: Psalm 103: 1, 3 (Zegen, mijn ziel)
1 Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren,
laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
die u geneest, die uit het graf uw leven
verlost en kroont met goedertierenheid.
3 Hij is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
Stilte
Groet:
Vg: De Heer zij met u,
Gem: ook met u zij de Heer.
Bemoediging:
Vg: Onze hulp is in de naam van de Heer,
Gem: die hemel en aarde gemaakt heeft,
Vg: die ons vasthoudt door zijn liefde,
Gem: die ons laat leven met hart en ziel.
Vg: Vrede voor jullie allen, van God onze Vader, van Jezus de Heer
Gem: en van de Heilige geest. Amen
Zingen: Psalm 103: 9
9 Laat heel het machtig koninkrijk des HEREN
zijn grote naam, zijn grote daden eren.
Kom allen tot de lof des Heren saam.
Lof zij de Heer in hemel en op aarde,
die aan zijn volk zijn liefde openbaarde,
en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.
Inleiding op het thema: “Een gek kan meer vragen…”
Gebed om ontferming
Zingen: Glorialied NLB 216 (Dit is een morgen)
1 Dit is een morgen als ooit de eerste,
zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.
2 Dauw op de aarde, zonlicht van boven,
vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen,
al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
3 Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen,
licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping,
dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Gebed om de Heilige Geest
Kindernevendienst als er kinderen zijn,
dan zingen: Wij gaan voor even uit elkaar
1 Wij gaan voor even uit elkaar
en delen nu het licht.
Dat licht vertelt ons iets van God.
Op Hem zijn wij gericht.
2 Wij geven Gods verhalen door.
En wie zich openstelt
ervaart misschien een beetje licht
door wat er wordt verteld.
3 Straks zoeken wij elkaar weer op
en elk heeft zijn verhaal.
Het licht verbindt ons met elkaar:
het is voor allemaal.
Schriftlezing: Lucas 20: 27 – 47 door lector
Onderricht in de tempel
[27] Enkele sadduceeën, die ontkennen dat er een opstanding is, kwamen naar Hem toe en vroegen Hem: [28] ‘Meester, Mozes heeft ons het volgende voorgeschreven: als een gehuwd man kinderloos sterft, moet zijn broer met de weduwe trouwen en nakomelingen verwekken voor zijn broer. [29] Nu waren er zeven broers. De eerste was gehuwd, maar stierf kinderloos;
[30] daarna trouwde de tweede broer met de vrouw [31] en vervolgens de derde, en toen de andere broers, maar alle zeven waren ze kinderloos toen ze stierven. [32] Ten slotte stierf ook de vrouw. [33] Wiens vrouw is ze dan bij de opstanding? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ [34] Jezus zei tegen hen: ‘De kinderen van deze wereld trouwen en worden uitgehuwelijkt, [35] maar wie waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden, trouwt niet en wordt niet uitgehuwelijkt. [36] Zij kunnen ook niet meer sterven, want ze zijn als engelen en ze zijn kinderen van God omdat ze deel hebben aan de opstanding. [37] Dat de doden opgewekt worden, dat heeft ook Mozes al duidelijk gemaakt in het verhaal over de doornstruik, waar hij spreekt over de Heer als de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. [38] Hij is geen God van doden, maar van levenden, want
voor Hem zijn allen in leven.’ [39] Enkele Schriftgeleerden zeiden: ‘Meester, wat U zegt is juist.’ [40] En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen. [41] Hij zei tegen hen: ‘Hoe kan men beweren dat de messias een zoon van David is? [42] Want David zelf zegt in het boek van de Psalmen: “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, [43] tot Ik van je vijanden een bank voor je voeten heb gemaakt.’” [44] David noemt Hem dus Heer, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?’ [45] Terwijl de menigte luisterde, zei Hij tegen zijn leerlingen: [46] ‘Pas op voor de Schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en op het marktplein eerbiedig begroet willen worden, en een ereplaats verlangen in de synagogen en bij feestmaaltijden:
[47] ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!
Zingen: NLB 726: 1, 5 (Hoor een heilig koor van stemmen)
1 Hoor, een heilig koor van stemmen,
staande aan de glazen zee,
halleluja, halleluja,
God zij glorie, zingen zij.
Menigten die geen kan tellen,
als de sterren in hun glans,
psalmen zingend, palmen dragend,
in de hemel is een dans.
5 Nu omstraalt hen licht des hemels
en de levensbron ontspringt
waar zij juichen U ter ere
waar hun koor uw glorie zingt.
Vrede is hun deel voor immer,
liefde is hun eeuwig recht,
want zij traden uit de schemer
voor uw levend aangezicht.
Overweging
Orgelspel
Zingen: NLB 747: 1, 4, 8 (Eens komt de grote zomer)
1 Eens komt de grote zomer
waarin zich ’t hart verblijdt.
God zal op aarde komen
met groene eeuwigheid.
De hemel en de aarde
wordt stralende en puur.
God zal zich openbaren
in heel zijn creatuur.
4 Ook ons zal God verlossen
uit alle pijn en nood,
van ’t woeden van de boze,
van ’t vrezen voor de dood,
van aarzelen en klagen,
verdriet en bitterheid,
van alles wat wij dragen,
van ’t lijden aan de tijd.
8 Dan zal het loflied schallen
rondom de gouden troon,
dan heffen wij daar allen
met grote vreugde aan:
lof zij en eer en sterkte
de Vader en de Zoon,
de Geest om al zijn werken
zij lof van nu voortaan.
Dankgebed, voorbede, stil gebed
Toelichting op de collecte (collectezakken staan in de hal)
Heilig Avondmaal
Ouderlingen en diakenen komen aan tafel, halen kleden eraf
Nodiging
Vredegroet
Lofprijzing
We zingen: Evangelische Liedbundel 341 Heer, God, U loven wij
Heer, God, U loven wij,
Heer, U belijden wij:
Vader in eeuwigheid,
zingt ’t gans heelal uw naam.
Aarde en hemel, Heer,
zingen uwen naam ter eer,
heel uw schepping door,
eeuwig met ’t engelenkoor:
Heilig, heilig!
Heilig is onze God,
de Heer Ze-baoth.
Hemel en aarde, zijn van uw grootheid vol.
Hemel en aarde, zijn van uw grootheid vol
Halleluja. Halleluja. Halleluja.
Halleluja. Amen.
Tafelgebed (vervolg)
A. ZO GEDENKEN WIJ DAN, GROTE GOD,
HET GEHEIM VAN DE GEKRUISIGDE
JEZUS CHRISTUS, DE RECHTVAARDIGE
DIE U UIT DE DOOD HEBT OPGEWEKT.
Tafelgebed (vervolg)
A. ONZE VADER…
Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede,
gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de boze.
Want van u is het Koninkrijk en de kracht
en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen.
Zingen: NLB 385: 2 en 3
2 Wij delen, wij delen gewoon het dagelijks brood.
Dit brood houdt ons in leven,
door God is het gegeven.
Wij delen, wij delen gewoon het dagelijks brood
en denken aan Jezus, zijn lijden, zijn dood.
3 De tafel van samen, de tafel van het goed,
daar wordt de wijn geschonken
en mondjesmaat gedronken.
De tafel van samen, de tafel van het goed,
daar vinden wij vrede, in overvloed.
We vieren de gemeenschap van brood en wijn
Intussen zingen we NLB 117 D en NLB 256 (NL versie)
117d:1
Alle volken, loof de Heer!
Alle volken, loof de Heer!
256:1
Blijf met uw genade bij ons, Heer, onze God.
O, blijf met uw genade bij ons, licht in het duister.
Dankgebed
Zingen: NLB 1005: 1, 3, 5 (Christus, ons licht)
1 Zoekend naar licht hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkere nacht.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
3 Zoekend naar brood lijden zij honger,
zoekend naar water lijden zij dorst.
Maak ons uw brood, breek ons voor allen,
U bent de vredevorst.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
5 Met zoveel gaven aan ons gegeven,
voor zoveel leed, zoveel gemis.
Maak ons uw dienaars, leer ons te delen,
totdat uw rijk hier is.
Christus, ons licht,
schijn door ons heen, schijn door het duister.
Christus, ons licht,
schijn ook vandaag, hier in uw huis.
Wegzending en zegen, gem: NLB 415: 3 Amen
Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
amen, God, uw naam ter eer!
Jezus Christus onze Heer,