DIENST VAN DE VOORBEREIDING

Welkom en mededelingen

Aanvangslied:Psalm 118:1,8

Stil gebed

Bemoediging en groet

Lied:Morgenglans der eeuwigheid (NLB 213:1,2,5)

Kyriëgebed

Loflied:Aan U behoort, o Heer der heren (Lied 978:1-4)

DIENST VAN HET WOORD

Gebed bij de opening van de schriften

Kinderlied:Welkom, welkom, dit is het moment(als er kinderen zijn)

Zingen: NLB 317:1 (Grote God, Gij hebt het zwijgen…)

Schriftlezing uit het OT: Deuteronomium 32:1-12

[1] ‘Leen mij uw oor, hemel, nu ik ga spreken, luister, aarde, naar wat ik zeggen zal. [2] Moge mijn onderricht neerdalen als regen, mogen mijn woorden zijn als milde dauw, als regen op het jonge gras, als regendruppels op het groen. [3] Want de naam van de HEER roep ik uit: Hij is onze God, laat iedereen Hem prijzen!  [4] Hij is een rots, Hij staat voor recht; alles wat Hij doet is volmaakt. Trouw is God, rechtvaardig en zuiver, in Hem is geen spoor van kwaad. [5] Maar zijn kinderen werden Hem ontrouw: tot hun schande gaven zij hun kindschap op. Vals is deze generatie, en trouweloos. [6] Is dit uw antwoord aan de HEER? Hoe komt u zo dwaas? Waar is uw verstand? Is Hij niet uw vader, uw schepper? Hij heeft u gemaakt, Hij riep u tot leven.

[7] Denk aan de tijden van weleer, verdiep u in het verre verleden. Vraag uw vader ernaar, hij zal het vertellen; vraag de oudsten en zij zullen verhalen. [8] Toen de Allerhoogste land toewees aan elk volk en de mensen ieder hun deel gaf, bepaalde Hij de grenzen voor alle volken naar het aantal nazaten van Israël, [9] want voor de HEER gold dat volk als het zijne, Jakob was het deel dat Hij zichzelf toemat. [10] Hij vond het in een dorre woestijn, in een niemandsland vol van gevaar.  Hij omringde het met zorg en met liefde, koesterde het als zijn oogappel. [11] Zoals een arend zijn nest beschermt en boven zijn jongen zweeft, zo spreidde de HEER zijn vleugels uit

en droeg zijn volk op zijn wieken. [12] De HEER alleen leidde hen, geen andere god stond Hem bij.

Zingen:NLB 317:2

Schriftlezing uit het NT: Efeziërs 2:11-22

[11] Bedenk daarom dat u, die geen geboren Joden bent en onbesnedenen genoemd wordt door hen die door mensenhanden besneden zijn – [12] bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, uitgesloten was van het burgerschap van Israël en geen deel had aan de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde zonder hoop en zonder God in deze wereld. [13] Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed. [14] Want Hij is onze vrede: Hij heeft met zijn dood Joden en niet-Joden verenigd, de muur van vijandschap, die hen scheidde, afgebroken [15] en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht Hij vrede [16] en verzoende Hij door het kruis beiden in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden.

[17] Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: [18] dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader. [19] Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, [20] gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. [21] In Hem vormt het bouwwerk één geheel en groeit het uit tot een tempel die gewijd is aan de Heer, [22] in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.

Zingen:NLB 317:3

Verkondiging

Orgelspel

Zingen:Geef vrede, Heer, geef vrede (NLB 1010:1-4)

DIENST VAN ONS ANTWOORD

Gebeden – stil gebed – Onze Vader

Toelichting op de collecte (Inzameling van de gaven – bij de uitgang)

Slotlied:Laat de woorden die we hoorden (NLB 422:1-3)

Heenzending en zegen, afgesloten met het zingen van NLB 415:3