Goede Vrijdag 2024 19.30 uur in de Regenboog te Ter Apel

                                   Protestantse Gemeente Ter Apel

                                   Protestantse Gemeente Valthe en Valthermond

Voorgangers: ds. Elly v.d. Meulen en ds. Helmut Thon

Lectoren: Willy Gerrits, Albert de Vries, Aiko Olthof en Ina van Tricht

Organist: Mark Wubs

Dienstdoende ambtsdragers: Anita Haarman en Jeanette Dol

Aanvangstekst: ds. Elly v.d. Meulen

Stilte

Samenzang: Psalm 116: 1, 2 en 3

1

God heb ik lief, want die getrouwe Heer

nam, toen ik riep, met toegenegen oren

mijn woorden aan. Hij zal mij blijven horen

en levenslang ben ik niet eenzaam meer.

2

Toen de benauwdheid dreigend op mij viel

en angsten voor het doodsrijk mij bekropen,

heb ik de naam des Heren aangeroepen

en weende: Heer mijn God, bewaar mijn ziel.

3

Hij is goedgunstig in gerechtigheid,

Hij wil zich altijd over ons ontfermen.

Zijn kracht kwam mij, eenvoudige, beschermen.

Rust nu, mijn ziel, de Heer heeft u bevrijd.

Lezing: Matteüs 26:30-35 door Willy Gerrits

Samenzang: O, hoofd vol bloed en wonden (Lied 576a:1 en 2)

1

O hoofd vol bloed en wonden,

bedekt met smaad en hoon,

o hoofd zo wreed geschonden,

uw kroon een doornenkroon,

o hoofd eens schoon en heerlijk

en stralend als de dag,

hoe lijdt Gij nu zo deerlijk!

Ik groet U vol ontzag.

2

O hoofd zo hoog verheven,

o goddelijk gelaat,

waar werelden voor beven,

hoe bitter is uw smaad!

Gij, eens in ’t licht gedragen,

door engelen omstuwd,

wie heeft U zo geslagen

gelasterd en gespuwd?

Gebed: ds. H. Thon

Lezing: Matteüs 26:36-46 (Bijbel in gewone taal) door Albert de Vries

Samenzang: Jezus, leven van ons leven (Lied 575:1)

1

Jezus, leven van ons leven,

Jezus, dood van onze dood,

Gij hebt U voor ons gegeven,

Gij neemt op U angst en nood,

Gij moet sterven aan uw lijden

om ons leven te bevrijden.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Lezing: Matteüs 26:47-56 Bijbel in gewone taal) door Aiko Olthof

Samenzang: Geef vrede Heer, geef vrede (Lied 1010:1 en 2)

1

Geef vrede, Heer, geef vrede,

de wereld wil slechts strijd.

Al wordt het recht beleden,

de sterkste wint het pleit.

Het onrecht heerst op aarde,

de leugen triomfeert,

ontluistert elke waarde,

o red ons, sterke Heer.

2

Geef vrede, Heer, geef vrede,

de aarde wacht zo lang,

er wordt zo veel geleden,

de mensen zijn zo bang,

de toekomst is zo duister

en ons geloof zo klein;

o Jezus Christus, luister

en laat ons niet alleen!

Gebeden vanwege het lijden in deze wereld (ds. Elly v.d. Meulen)

We doen dit in zes korte gebeden. Na ieder gebed zingen we een vers van ‘Met de boom des levens’ (Lied 547:1-6)

1

Met de boom des levens wegend op zijn rug

droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

2

Laten wij dan bidden in dit aardse dal,

dat de lieve vrede ons bewaren zal,

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

3

want de aarde vraagt ons om het zaad des doods,

maar de hemel draagt ons op de adem Gods.

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

4

Laten wij God loven, leven van het licht,

onze val te boven in een evenwicht,

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

5

want de aarde jaagt ons naar de diepte toe,

maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe.

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

6

Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug

droeg de Here Jezus Gode goede vrucht.

Kyrie eleison, wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

Lezing: Matteüs 26:57-68 (Bijbel in gewone taal) door Ina van Tricht

Samenzang: Jezus, leven van ons leven (Lied 575:2)

2

Gij die alles hebt gedragen

al de haat en al de hoon,

die beschimpt wordt en geslagen,

Gij rechtvaardig, Gij Gods Zoon,

als de minste mens gebonden,

aangeklaagd om onze zonde.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Lezing: Matteüs 26:69-75 (NBV04) door ds. Helmut Thon

Samenzang: Jezus, leven van ons leven (Lied 575:3)

3

Die gewillig waart ten dode,

in het duister van de pijn

U ten offer hebt geboden,

hoe verlaten moest Gij zijn,

troosteloos aan ’t kruis gehangen

opdat wij uw troost ontvangen.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Lezing: Matteüs 27:1-10 (Bijbel in gewone taal) door ds. Elly v.d. Meulen

Samenzang: O, liefde die verborgen zijt (Lied 561:1 en 2)

1

O liefde die verborgen zijt

in diepe stilten eeuwigheid,

erbarm u over ons bestaan,

het wordt verraden en verdaan.

2

Hoe achtloos in ons midden wordt

het kostbaar mensenbloed gestort

en in het onbarmhartig licht

het kruis des Heren opgericht.

Lezing: Matteüs 27:11-26 (Bijbel in gewone taal) door Willy Gerrits  

Samenzang: Jezus, leven van ons leven (Lied 575:4)

4

Alle leed hebt Gij geleden,

Gij gedragen met geduld.

Als een worm zijt Gij vertreden

zonder schuld, om onze schuld,

opdat wij door U verheven

als verlosten zouden leven.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Lezing: Matteüs 27:27-32 (NBV04) door Albert de Vries

Samenzang: Psalm 118:8

8

De steen, die door de tempelbouwers

verachtelijk was een plaats ontzegd,

werd tot verbazing der beschouwers

ten hoeksteen door God zelf gelegd.

Dit werk is door Gods alvermogen,

door ’s Heren hand alleen geschied.

Het is een wonder in onze ogen.

Wij zien het, maar doorgronden ’t niet.

Lezing: Matteüs 27:33-44 (Bijbel in gewone taal) door Aiko Olthof

Samenzang: Jezus, leven van ons leven (Lied 575:5)

5

Koning tot een spot getekend

met een riet en doornenkroon,

bij de moordenaars gerekend

overstelpt met smaad en hoon,

opdat naar uw welbehagen

wij de kroon der ere dragen.

Duizend, duizendmaal, o Heer,

zij U daarvoor dank en eer.

Lezing: Matteüs 27:45-50 door Ina van Tricht

Samenzang: Nu valt de nacht (Lied 590:1-5)

1

Nu valt de nacht. Het is volbracht:

de Heer heeft heel zijn leven

voor het menselijk geslacht

in Gods hand gegeven.

2

De wereld gaf

Hem slechts een graf,

zijn wonen was Hem zwerven;

al zijn onschuld werd Hem straf

en zijn leven sterven.

3

Hoe slaapt Gij nu,

die men zo ruw

aan ’t kruishout heeft gehangen.

Starre rotsen houden U,

rots des heils, gevangen.

4

’t Is goed, o Heer,

Gij hoeft de eer

van God niet meer te staven.

Leggen wij ons bij U neer,

in uw dood begraven.

5

Hoe wonderlijk,

uitzonderlijk

een sabbat is gekomen:

eens voor al heeft Hij het juk

van ons afgenomen.

De Paaskaars wordt gedoofd (door dienstdoende ambtsdrager)

We verlaten in stilte de kerk