Voorganger: ds. P.E.G. Wiekeraad, Uelsen (D)
Ouderling: mw. L. Brouwer-Wubs
Organist: dhr. A. Verhart, 2e Exloërmond
Ouderling: mw. L. Brouwer-Wubs
Organist: dhr. A. Verhart, 2e Exloërmond
Orgelspel
Welkom en afkondigingen
Voorzang: Psalm 36: 1
1. De zonde die de zondaars vleit
doet zacht en vol arglistigheid
diep in hun kracht zich horen.
Zij vrezen niet voor God de Heer,
en hun geweten spreekt niet meer,
zij zijn aan 't kwaad verloren.
Vol list en leugen is hun woord,
zij laten door de schijn bekoord
wat goed is achterwege.
Bij nacht nog zinnen zij op kwaad,
zij hebben hun verdorven staat,
de boosheid liefgekregen.
Votum en Groet
Zingen: Psalm 36: 2
2. Uw heil is als de hemel hoog,
uw trouw verheft zich voor ons oog
tot in de hoogste wolken.
Uw recht is als de bergen vast,
uw oordeel als de vloed die wast,
tot schrik voor alle volken.
Uw gunst alleen maakt waarlijk vrij,
ja, over mens en dier wilt Gij
alom uw vleug’len spreiden.
Bij U te wonen, Heer, is goed,
met spijs en drank in overvloed
wilt Gij ons hart verblijden.
Vermaning
Zingen: Psalm 36: 3
3. Bij U, Heer, is de levensbron,
Gij doet ons klaarder dan de zon
het licht der wereld schouwen.
Schenk toch uw heil dat leven doet
en wees voor wie U kennen goed,
bevestig ons vertrouwen.
Geef dat ik niet door ’t ruw geweld
der goddelozen word geveld,
beschaam hun trotse zielen.
Maar zie, daar storten zij al neer,
men stoot ze om, zij zijn niet meer:
zij liggen, waar zij vielen.
Verootmoediging en schuldbelijdenis
Welkom en afkondigingen
Voorzang: Psalm 36: 1
1. De zonde die de zondaars vleit
doet zacht en vol arglistigheid
diep in hun kracht zich horen.
Zij vrezen niet voor God de Heer,
en hun geweten spreekt niet meer,
zij zijn aan 't kwaad verloren.
Vol list en leugen is hun woord,
zij laten door de schijn bekoord
wat goed is achterwege.
Bij nacht nog zinnen zij op kwaad,
zij hebben hun verdorven staat,
de boosheid liefgekregen.
Votum en Groet
Zingen: Psalm 36: 2
2. Uw heil is als de hemel hoog,
uw trouw verheft zich voor ons oog
tot in de hoogste wolken.
Uw recht is als de bergen vast,
uw oordeel als de vloed die wast,
tot schrik voor alle volken.
Uw gunst alleen maakt waarlijk vrij,
ja, over mens en dier wilt Gij
alom uw vleug’len spreiden.
Bij U te wonen, Heer, is goed,
met spijs en drank in overvloed
wilt Gij ons hart verblijden.
Vermaning
Zingen: Psalm 36: 3
3. Bij U, Heer, is de levensbron,
Gij doet ons klaarder dan de zon
het licht der wereld schouwen.
Schenk toch uw heil dat leven doet
en wees voor wie U kennen goed,
bevestig ons vertrouwen.
Geef dat ik niet door ’t ruw geweld
der goddelozen word geveld,
beschaam hun trotse zielen.
Maar zie, daar storten zij al neer,
men stoot ze om, zij zijn niet meer:
zij liggen, waar zij vielen.
Verootmoediging en schuldbelijdenis
Zingen: Lied 863: 3
3. Een arts is ons gegeven
die zelve is het leven:
Christus, voor ons gestorven,
heeft ons het heil verworven.
Verkondiging van Gods genade
Zingen: Lied 863: 6
6. Bewaar ons in uw waarheid,
geef ons op aarde vrijheid,
met alle mensen samen
uw rijk, Heer, te beamen.
Gebed
Schriftlezing: 1 Kor. 2: 6-16 NBV
6 Toch is wat wij verkondigen wijsheid voor wie volwassen is in het geloof. Het is echter niet de wijsheid van deze wereld en haar machthebbers, die ten onder zullen gaan. 7 Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid, een wijsheid waarover God vóór alle tijden besloten heeft dat wij door haar zouden delen in zijn luister. 8 Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods luister niet hebben gekruisigd. 9 Maar het is zoals geschreven staat: ‘Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie hem liefheeft.’ 10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. 11 Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. 12 Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken. 13 Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke. 14 Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. 15 Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles beoordelen, en zelf wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij hem zou kunnen onderwijzen?’ Welnu, onze gedachten zijn die van Christus.
Zingen: Lied 793: 1 en 2
1. Bron van liefde, licht en leven,
voor elkaar zijn wij gemaakt
door uw hand elkaar gegeven,
door uw vinger aangeraakt.
Laat ons op uw toekomst hopen,
gaandeweg U tegemoet;
dat wij samen lachend lopen
in uw grote bruiloftsstoet.
2. Bron van liefde, licht en leven,
zon die hartverwarmend schijnt,
woord van hogerhand gegeven,
trouw en teder tot het eind –
al zou ons een vijand haten,
al gaat zelfs de liefste heen,
liefde zal ons nooit verlaten:
Gij laat ons geen dag alleen.
Onder naspel gaan de kinderen naar de nevendienst
Verkondiging
Zingen: Lied 896: 3, 4, 5, 6, en 7
3. Wie heeft zijn God verloren
en zoekt niet her en der
op aarde, in de hemel,
geen verte gaat te ver.
4. Als zo de mensen leven
en zoeken is hun lot
en vinden is hun zegen:
hoeveel te meer dan God.
5. Hij ziet ons al van verre
omdat Hij ons bemint
en liever dan de sterren
is Hem een mensenkind.
6. En voordat wij Hem zoeken,
zijn wij gezocht door Hem
en nu wij om Hem roepen
geeft Hij ons deze stem.
7. En wie het wordt gegeven
bespeurt Hem overal
in woorden allerwegen,
in mensen zonder tal.
Onder het naspel komen de kinderen terug
Gebeden
Zingen: Lied 634: 1 en 2
1. U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Alle mens'lijk lijden hebt Gij ondergaan
om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
2. Licht moge stralen in de duisternis,
nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is.
Geef ons dan te leven in het nieuwe licht,
wil het woord ons geven dat hier vrede sticht:
U zij de glorie, opgestane Heer,
U zij de victorie, U zij alle eer!
Zegen
Aansluitend zingen: Lied 425 Vervuld van uw zegen
Vervuld van uw zegen gaan wij onze wegen
van hier, uit dit huis waar uw stem wordt gehoord,
in Christus verbonden, tezamen gezonden
op weg in een wereld die wacht op uw woord.
Om daar in genade uw woorden als zaden
te zaaien tot diep in het donkerste dal,
door liefde gedreven, om wie met ons leven
uw zegen te brengen die vrucht dragen zal.
Orgelspel